in
geinteresseerd is, kan de noten ongelezen laten.
De teksten van alle door de kerken gemeenschappelijk uitgevaardigde protesten
zijn te vinden zowel bij Touw als bij Delleman, terwijl men de herderlijke
brieven van de bisschoppen bij Stokman [0.5?] aantreft. Ik vond het daarom
overbodig, de vindplaatsen nog eens via noten te vermelden.
Bij auteurs van wie slechts uit een werk geciteerd wordt volsta ik - na de
eerste maal in de noot zowel auteur als titel genoemd te hebben - met
vermelding van auteursnaam en pagina. Van de Jong en Buskes is een enkele
maal uit een tweede werk geciteerd en dit wordt dan in een noot vermeld;
maar voor het overige betekent de Jong: L. de Jong, Het Koninkrijk der
Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog (Populaire editie); Buskes betekent
(tenzij anders vermeld): J.J. Buskes, Waar stond de Kerk?
<14>
Het was een voorrecht om bij het schrijven van dit boek hulp te ontvangen.
Mijn waardering en dank gaan allereerst - in chronologische volgorde - uit
naar prof. dr. J. van den Berg, kerkhistoricus te Leiden, en prof. dr. J.C.J. Blom,
historicus te Amsterdam, die me met name bij de start waardevol advies gegeven hebben.
Drs. J. Ridderbos Nic. zn. te Zwolle was zo vriendelijk het hele manuscript te
willen lezen; drs. G.C. Hovingh te Biddinghuizen en drs. M.J.H.M. van Rooij
te Utrecht lazen gedeelten. Hun suggesties heb ik bijna steeds ter harte genomen.
Aan hen allen, maar in het bijzonder aan collega Ridderbos, ben ik veel dank
verschuldigd. Het spreekt vanzelf dat de verantwoordelijkheid voor het eindresultaat
op mij blijft rusten.
Bovendien stel ik er prijs op, mijn dank en waardering te uiten jegens de
instanties, die toestemming gaven tot raadpleging van de archieven (zie de lijst
achterin). Sommige hebben daarenboven belangrijke hulp verleend door foto's te
verstrekken. Met name wil ik hier noemen:
de Commissie voor de Archieven van de Nederlandse Hervormde Kerk te Leidschendam,
de Archiefdienst van de Gereformeerde Kerken in Nederland te Leusden; het archief
van het Aartsbisdom Utrecht; het Historisch Documentatiecentrum voor het Nederlands
Protestantisme (1800-heden) te Amsterdam.
DEEL I: DE PROTESTEN
1. DE NEDERLANDSE KERKEN TIJDENS DE JAREN DERTIG
a. Sfeer en situatie
We hadden thuis een manufacturenzaak, in Renkum. "We", dat was mijn moeder
- vader was al jaren geleden overleden - met haar drie kinderen: een dochter
en twee zoons. Ik was de middelste.
Het eerste uit die tij
|