gevallen
en mr. Donner trad nu op als voorzitter. Op de vergadering van het Convent van
11 maart deelde deze mee, dat de synode van de Gereformeerde Kerken een herderlijk
schrijven - waarover meer hierna - had opgesteld, dat in hun kerken op 23 maart
zou worden voorgelezen. Besloten werd daarom, dat op die datum in alle bij het
Convent aangesloten kerken een bidstond zou worden gehouden. Gravemeyer zond
aan alle Hervormde predikanten een "oproep tot gebed", qua inhoud aansluitend
op de brief aan de secretarissen-generaal. Deze oproep werd op woensdag 19
maart verzonden.
<55>
De Duitsers kregen er lucht van, dat er iets in de kerken stond te gebeuren.
Waarschijnlijk heeft een predikant de stukken op woensdagavond ontvangen en aan
hen doorgespeeld. De februari-staking lag nog vers in het geheugen. Op 20 maart
zou Koningin Wilhelmina over radio Oranje spreken. Op die datum - donderdagochtend -
werden de twee leiders van het Convent gearresteerd: secretaris Gravemeyer en
voorzitter Donner. Eerst wist de een niet, dat ook de ander gevangen zat.
Foto 8. Mr. dr. J. Donner
Uit hun verhoren bleek, dat de bezettende macht de voorgenomen actie zag als
vermoedelijk het sein tot een algemene opstand. Men drong er bij de arrestanten
op aan, dat de afkondiging van de brief achterwege zou blijven. Ook werd het
feit, dat de kerken zich tot de secretarissen-generaal gewend hadden, door de
Duitsers beschouwd als een miskenning van hun gezag.
Donner legde uit, dat hij niet gemachtigd was tot het besluit om voorlezing
achterwege te laten, en dat overigens het herderlijk schrijven van zijn synode
los stond van de brief aan de secretarissen-generaal. Hij bood aan, het stuk
met zijn ondervrager door te nemen om aan te tonen dat het geen bedreiging van
de openbare orde inhield. Zulks geschiedde, op zaterdag. Mr. Donner werd daarop
's avonds vrijgelaten. De volgende dag werd overal in de Gereformeerde Kerken
het herderlijk schrijven voorgelezen.
<56>
Gravemeyer evenwel beloofde de Duitsers, zijn best te zullen doen om de
afkondiging (van de samenvatting van de brief aan de secretarissen-generaal)
te voorkomen, "om geen aanleiding te geven tot demonstraties of tegen-demonstraties".
Die zaterdagavond werd aan de Hervormde dominees in de grote steden gevraagd wel
de bidstond, maar niet de kanselafkondiging te laten doorgaan, om "door deze
daad een overtuigend bewijs te geven dat de kerk geen politieke bijbedoelingen had."
De gang van zak
|