FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   141   142   143   144   145   146   147  
148   149   150   151   152   153   154   155   156   157   158   159   160   161   162   163   164   165   166   167   168   169   170   171   172   >>   >|  
de Suzanna: (want moeder en ik waren bijna niet in staat een woord te spreken) "ik mag niet beginnen met te knorren:--maar ik dacht, dat gij in Westfalen verliefd waart geworden en met deze of gene moeffrikaansche pottedeern zoudt terugkomen, daar wij in veertien dagen geen tijding van u hadden." "Hoe!" zeide ik: "ik verklaar u, dat ik geen zes dagen geleden uit Munster geschreven heb: dan is de brief verloren geraakt." "Licht mogelijk," zeide zij: "men gebruikt tegenwoordig, hoor ik, enkel slakken en schildpadden tot postboden:--nu, in allen gevalle zijt gijzelf ons nog welkomer dan een brief en spaart het mij de moeite, uw hanepooten te ontcijferen." "Pas op, Santje!" hernam ik: "ik weet van goeder hand dat gij mijn brieven zoo laag niet schat en die zelfs aan uw vriendinnen lezen laat." "Hoe weet je dat!" zeide zij, een weinig rood wordende: "Qui te l'a dit? Zeker heeft papa u dat geschreven." "Neen! dat heeft papa mij niet geschreven: maar dat weet ik toch van zeer goeder hand:--pas maar op! ik zal u daarover onder vier oogen de les eens lezen; en dan zult gij er niet gemakkelijk afkomen." "Zie toch eens, mama!" zeide Santje, terwijl moeder tusschen haar tranen om ons harrewarren lachte; "wat is het reizen toch een heerlijk ding, om jongelieden te vormen. Daar verbeeldt zich Ferdinand nu, omdat hij eenige landen en steden bezocht heeft en misschien niets anders geleerd heeft dan te liegen als een courant, dat hij mijne plak ontwassen is en durft zich een meesterachtigen toon aanmatigen tegen zijn oudste zuster. Neen mannetje!" vervolgde zij, mij met den vinger dreigende: "ik zie wel dat het hoog tijd is, dat gij te huis komt en u weder onder _subordinatie_ begeeft. Dat komt er van, wanneer die heertjes zoo lang hun eigen meesters geweest zijn." "Kinderen!" zeide moeder, het hoofd schuddende: "gij zijt waarachtig nog altijd dezelfde. Gij ziet elkander eerst sedert een paar minuten terug, en het oude geplaag is weder aan den gang," "Wel! lieve moeder!" zeide ik, haar nogmaals omhelzende: "ik hoop waarlijk wel dat gij mij niet veranderd vinden zult." "Hoe verwaand!" zeide Suzanna: "net alsof de jonge Heer volmaakt was, toen hij heenging. O hemel! wat zal ik daar nog aan te ontbolsteren hebben:--maar zeg mij? Wat zal Mijnheer na de reis gebruiken? Zal ik wat koffie zetten of verkiest gij een glaasje wijn? En hoe staat het met den eetlust? Is die nog zoogoed als voor vijf jaren? Dan kan ik mijn vingers
PREV.   NEXT  
|<   123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   141   142   143   144   145   146   147  
148   149   150   151   152   153   154   155   156   157   158   159   160   161   162   163   164   165   166   167   168   169   170   171   172   >>   >|  



Top keywords:

moeder

 

geschreven

 

goeder

 

Santje

 

Suzanna

 

geweest

 

Kinderen

 

meesters

 

ontwassen

 

schuddende


waarachtig
 

courant

 

sedert

 
elkander
 
altijd
 
dezelfde
 

heertjes

 
wanneer
 

mannetje

 

vervolgde


vinger

 

zuster

 

aanmatigen

 

meesterachtigen

 

oudste

 

dreigende

 

minuten

 

subordinatie

 

begeeft

 

geplaag


koffie
 
zetten
 
verkiest
 

glaasje

 

gebruiken

 

Mijnheer

 

vingers

 

eetlust

 
zoogoed
 
hebben

ontbolsteren

 

omhelzende

 
waarlijk
 

veranderd

 
nogmaals
 

vinden

 
verwaand
 

heenging

 

volmaakt

 
veertien