FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   141   142   143   144  
145   146   147   148   149   150   151   152   153   154   155   156   157   158   159   160   161   162   163   164   165   166   167   168   169   >>   >|  
de roef zitten, tot ik u roep. Hei! ho!" riep ik, naar buiten springende: "is daar ook een kruier?" "Zal ik het goed van Mijnheer niet te huis brengen?" vroeg de schippersknecht, de muts even aflichtende. Dit was juist wat ik wilde: "wanneer heb ik het dan?" vroeg ik. "Binnen het half uur is het bij u. UEd. is immers de zoon van den Heer Hoofdschout, wel bekend?" "Goed!" was mijn antwoord: "alleen dat stuk," vervolgde ik, op het koffertje van Amelia wijzende: "moet ik terstond medenemen, omdat ik er iets uit moet nemen en het dan verder opzenden." "Heel wel, Mijnheer! als Mijnheer dan daarvoor maar een van die menschen wil nemen...." Ik zag om: een aantal knapen en sjouwerlieden had zich om mij heen gedrongen. Ik koos een hunner uit, aan wien ik het koffertje overreikte.--"Zuster!" riep ik toen: "als het u maar belieft." Amelia kwam terstond voor den dag, en wij begaven ons, naast elkander, doch niet gearmd, en met den jongen achter ons, langs den Binnen-Amstel verder. Wij hadden het geluk, niemand van mijn kennis te ontmoeten. Aan de Amstelstraat gekomen, hield ik stil. "Wij gaan hier van elkander," zeide ik: "jongen! gij volgt de Juffrouw en brengt haar bij den Heer Bouvelt op den Buitenkant bij de Peperstraat." Amelia en ik drukten elkander de hand tot afscheid: zij ging met den knaap de lange houten brug naar de Muiderstraat op, terwijl ik mijn weg langs den Binnen-Amstel vervolgde. Toen ik ongeveer honderd schreden verder gegaan was, wendde ik het hoofd nog, eens naar haar om: maar hoe groot was mijn verwondering en tevens mijn spijt, toen ik bemerkte, dat niet langer dezelfde knaap, maar Simon de marskramer achter haar ging met het koffertje op zijn rug. Ik waande een oogenblik, dat het mij schemerde; maar ik kon geen twijfel meer voeden; het was Simon zelf, en de andere knaap liep op een drafje met het marsje van den Jood weg. Mijn maatregelen van voorzorg, naar mij dacht met zooveel overleg gekozen, waren dus verijdeld! en dat wel door de schalkheid van een listigen marskramer, en die het nu in zijn macht had, althans gedeeltelijk, achter het geheim te komen. Maar het was te laat om er iets aan te doen; en elke nieuwe bemoeienis van mijn kant zoude, in den tegenwoordigen stand der zaken, meer na- dan voordeel hebben aangebracht. Voor 't overige wist ik bij geruchte, dat de Heer Bouvelt een geschikt man was, die de achting zijner medeburgers genoot en onder wiens bescherming Amelia zoo veilig
PREV.   NEXT  
|<   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   141   142   143   144  
145   146   147   148   149   150   151   152   153   154   155   156   157   158   159   160   161   162   163   164   165   166   167   168   169   >>   >|  



Top keywords:

Amelia

 

Binnen

 

elkander

 

koffertje

 

verder

 

achter

 

Mijnheer

 

vervolgde

 

Bouvelt

 

jongen


terstond
 

Amstel

 

marskramer

 
twijfel
 
marsje
 
andere
 

drafje

 
voeden
 

ongeveer

 

schreden


bemerkte

 

langer

 

dezelfde

 

verwondering

 

tevens

 

honderd

 

schemerde

 

gegaan

 

wendde

 

waande


oogenblik
 
terwijl
 
aangebracht
 

hebben

 

overige

 

voordeel

 

tegenwoordigen

 

geruchte

 
genoot
 
bescherming

medeburgers

 

zijner

 
veilig
 

geschikt

 
achting
 

verijdeld

 
schalkheid
 

gekozen

 

overleg

 
maatregelen