t.... 't was de laatste,
dien de dragers zich hadden kunnen verschaffen!.... Ziet u, dat zal
ik niet licht vergeten! Neen! een druppel bloed voor een druppel
water! Al had ik al het mijne voor mijn kolonel gestort, zou ik nog
zijn schuldenaar zijn!"
"Sergeant," vroeg ik, "vindt ge niet dat de kolonel sedert ons vertrek
er bezorgder uitziet dan gewoonlijk? Hij schijnt elken dag...."
"Ja, mijnheer," antwoordde Mac Neil, die me vrij driftig in de rede
viel, "maar dat is zeer natuurlijk! De kolonel komt elken dag dichter
bij Lucknow, bij Cawnpore, waar Nana Sahib zijn vrouw.... O! ik kan
er niet van spreken of het bloed stijgt me naar 't hoofd! Misschien
zou 't beter geweest zijn onze reis anders te nemen en de provincies
niet door te trekken, die door den opstand verwoest zijn! 't Is nog
te kort geleden, dat die vreeselijke gebeurtenissen plaats hadden en
ze zijn nog te versch in 't geheugen!"
"Waarom zouden we onzen weg dan niet veranderen!" zei ik daarop. "Als
ge wilt, Mac Neil, zal ik er met Banks, met kapitein Hod over
spreken...."
"'t Is te laat," antwoordde de sergeant. "'k Heb alle reden, trouwens,
om te gelooven, dat de kolonel misschien een laatste maal, het tooneel
van dien vreeselijken oorlog wil weerzien, dat hij de plek wil bezoeken
waar lady Munro den dood en welken dood, gevonden heeft!"
"Als ge dat denkt, Mac Neil," antwoordde ik, "is het beter kolonel
Munro te laten begaan en niets aan onze plannen te veranderen. 't Is
dikwijls een troost en een verzachting voor onze smart, hen die we
liefhebben op hun graf te gaan beweenen...."
"Op het graf, ja!" riep Mac Neil uit. "Maar is dat dan een graf,
die put van Cawnpore, waar zoovele slachtoffers op en onder elkander
zijn neergesmeten! Is dat een graftombe, die te midden van bloemen,
in de schaduw van statig geboomte, met een enkelen naam, den naam
van hem, die niet meer is, en dien we zoo innig lief hadden, de
herinnering levendig houdt! O mijnheer! ik vrees maar al te zeer,
dat de smart van mijn kolonel onherstelbaar is! Maar, nogmaals,
het is nu te laat om hem een anderen weg te doen inslaan. Wie weet
of hij dan niet weigeren zou ons te volgen! Kom! laten we de zaken
haar loop hebben en dat God ons geleide!"
Blijkbaar wist Mac Neil, toen hij zoo sprak, waaraan zich te houden
ten opzichte van de plannen van Sir Edward Munro. Doch, zeide hij
mij wel alles en was het slechts het plan Cawnpore weder te zien,
dat den kolonel had doen besluiten Calcu
|