FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   110   111   112   113   114   115   116   117   118   119   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134  
135   136   137   138   139   140   141   142   143   144   145   146   147   148   149   150   151   152   153   154   155   156   157   158   159   >>   >|  
nen zeggen als de huisvaders der plantenfamilie, omringd door hunne kinderen en kleinkinderen. Dezen, uit een zelfden wortel ontspringende, klimmen recht om den hoofdstam, waarmede zij volstrekt geen gemeenschap hebben, in de hoogte en gaan zich in de verheven vaderlijke takken verliezen. Het is wezenlijk alsof ze onder dit dichte gebladerte zijn uitgebroeid, als de kiekens onder de vleugelen hunner moeder. Daarvandaan het zonderlinge gezicht, dat deze meerdere eeuwen oude bosschen opleveren. De oude boomen gelijken op alleenstaande pilaren, het onmetelijke gewelf onderschragende, waarvan de fijne ribben op jonge vijgeboomen rusten, die op hun beurt pilaren zullen worden. Dien avond werd het kamp met nog meer zorg ingericht dan gewoonlijk. Mocht toch de volgende dag even heet zijn als deze geweest was, dan stelde Banks zich voor de halt te verlengen, en zoo het noodig was, 's nachts te reizen. Kolonel Munro trouwens vond het heerlijk om eenige uren in dat schoone, schaduwrijke en kalme bosch door te brengen. Allen waren zijne meening toegedaan, dezen omdat zij werkelijk rust noodig hadden, anderen omdat zij eindelijk toch eens een dier wenschten te ontmoeten, dat een geweerschot van een Anderson of van een Gerard waardig was. Men raadt wie deze laatsten waren. "Fox, Goumi, 't is pas zeven uren!" riep kapitein Hod. "Een toertje in het bosch, voordat het nog geheel donker is!--Ben je van de partij, Maucler?" "Mijn waarde Hod," zei Banks, alvorens ik had kunnen antwoorden, "je moest je waarlijk niet van het kamp verwijderen. De lucht voorspelt niet veel goeds. Als de storm losbarst, zal je moeielijk het kamp kunnen bereiken. Morgen, als we ons kamp blijven betrekken, kan je gaan...." "Morgen, is het licht," antwoordde Hod, "en juist nu is het oogenblik gunstig!" "Dat weet ik, Hod, maar 'k ben bang voor den nacht. Wil je daarom toch vertrekken, ga dan niet ver. Over een uur is het al pikdonker en je zoudt misschien moeielijk het kamp kunnen weervinden." "Wees gerust, Banks. 't Is pas zeven uren, en 'k vraag mijn kolonel slechts een permissie tot tien uren." "Ga je gang, mijn waarde Hod," antwoordde Sir Edward Munro, "maar denk aan 't geen Banks je gezegd heeft." "Ja, kolonel." Kapitein Hod, Fox en Goumi, met uitmuntende jachtkarabijnen gewapend, verlieten het kamp en verdwenen onder de hooge vijgeboomen, die aan de rechterzijde van den weg stonden. Ik was zoo vermoeid van de warmte en de vermoeien
PREV.   NEXT  
|<   110   111   112   113   114   115   116   117   118   119   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134  
135   136   137   138   139   140   141   142   143   144   145   146   147   148   149   150   151   152   153   154   155   156   157   158   159   >>   >|  



Top keywords:

kunnen

 

antwoordde

 

moeielijk

 

Morgen

 

vijgeboomen

 

pilaren

 

noodig

 

waarde

 

kolonel

 

laatsten


losbarst

 

antwoorden

 

donker

 
bereiken
 

Maucler

 

kapitein

 
verwijderen
 
geheel
 

alvorens

 

voordat


voorspelt

 

waarlijk

 
partij
 

toertje

 

Edward

 

gezegd

 

slechts

 

permissie

 

Kapitein

 

uitmuntende


stonden

 

vermoeid

 

warmte

 

vermoeien

 

rechterzijde

 

gewapend

 

jachtkarabijnen

 

verlieten

 

verdwenen

 

gerust


gunstig

 

oogenblik

 

blijven

 
betrekken
 

pikdonker

 

misschien

 

weervinden

 

vertrekken

 
daarom
 
vleugelen