FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   114   115   116   117   118   119   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138  
139   140   141   142   143   144   145   146   147   148   149   150   151   152   153   154   155   156   157   158   159   160   161   162   163   >>   >|  
"Waar is Kalouth?" "Hij heeft juist den tender van brandstof voorzien." "Morgen," antwoordde de ingenieur, "ligt het hout overal voor 't oprapen! De wind wordt houthakker en bespaart ons veel arbeid! Blijf onder stoom, Storr en kom weer schuilen!" "Dadelijk, mijnheer." "Zijn je kuipen vol, Kalouth?" vroeg Banks. "Ja, mijnheer Banks," antwoordde de stoker. "We hebben nu genoeg water." "Goed, maar kom binnen! kom binnen!" De machinist en de stoker hadden weldra in het tweede rijtuig plaatsgenomen. De bliksemstralen volgden elkander toen snel op, terwijl de ontploffing der electrische wolken een dof gerommel deed hooren. De "tofan" had den dampkring niet verfrischt. Het was een verschroeiende wind, die verbrandde alsof hij uit een heeten oven woei. Sir Edward Munro, Banks, Mac Neil en ik, we verlieten de zaal slechts om onder de veranda te gaan. Onze blikken naar de toppen der vijgeboomen richtende, zag men het gebladerte zich als fijn zwart kantwerk tegen de brandende lucht afteekenen. Geen bliksemstraal of hij werd een paar seconden later door donderslagen gevolgd. Nauwlijks had de echo tijd gehad uit te sterven of een nieuwe donderslag werd door haar teruggekaatst. Ook was aanhoudend een diepe bas als grondtoon te hooren, waartegen dan de eigenaardige kort afgebroken ontploffingen uitkwamen, die Lucretius zoo te recht vergeleken heeft met het scherpe geluid van papier dat verscheurd wordt. "Hoe is 't mogelijk, dat de storm ze nog niet naar huis gejaagd heeft!" zei kolonel Munro. "Misschien," antwoordde de sergeant, "hebben kapitein Hod en zijne metgezellen een schuilplaats in het bosch gevonden, in een hollen boom of in een rotsholte en staan ze eerst morgen voor onze oogen! Het kamp is altijd daar om ze te ontvangen!" Banks schudde het hoofd als iemand, die niet gerust is. Hij scheen de meening van Mac Neil niet te deelen. Op dit oogenblik,--het was bijna negen uren,--begon het buitengewoon hard te regenen. Deze regen was vermengd met enorme hagelsteenen, die ons steenigden en op het luidklinkend dak van het Stoomhuis neer knetterden. Het was als het geroffel van honderden trommen, zoodat het onmogelijk was zich te hooren spreken, al had het geratel van den donder het luchtruim niet vervuld. Van alle kanten dwarrelden de door den hagel verscheurde bladeren der vijgeboomen rond. Banks kon zich te midden van dat oorverdoovend geraas niet doen hooren en strekte toen den arm uit om ons o
PREV.   NEXT  
|<   114   115   116   117   118   119   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138  
139   140   141   142   143   144   145   146   147   148   149   150   151   152   153   154   155   156   157   158   159   160   161   162   163   >>   >|  



Top keywords:

hooren

 

antwoordde

 

binnen

 

mijnheer

 

vijgeboomen

 

hebben

 

stoker

 

Kalouth

 

gevonden

 

schuilplaats


morgen

 

hollen

 

rotsholte

 
Lucretius
 

vergeleken

 

geluid

 
scherpe
 
uitkwamen
 

ontploffingen

 

waartegen


eigenaardige

 

afgebroken

 
papier
 

verscheurd

 

Misschien

 

kolonel

 

sergeant

 

kapitein

 

gejaagd

 

mogelijk


altijd

 

metgezellen

 

donder

 

geratel

 

luchtruim

 

vervuld

 

spreken

 

honderden

 

geroffel

 

trommen


zoodat

 

onmogelijk

 

kanten

 
dwarrelden
 

geraas

 

strekte

 

oorverdoovend

 

midden

 
verscheurde
 
bladeren