ndt beseffen, zoudt
gij niet begeeren rijk te zijn. Wat men gewoonlijk onder rijkdom verstaat,
kan iemand ontstolen worden. Werkelijke rijkdom kan dat niet. In de
schatkamer uwer ziel zijn oneindig kostbare dingen die u niet ontvreemd
kunnen worden. Beproef daarom uw leven zoo in te richten, dat uitwendige
dingen u niet kunnen schaden. En beproef ook u te ontslaan van
persoonlijken eigendom. Want persoonlijke eigendom brengt minderwaardige
beslommering mede, eindelooze bezigheid, onophoudelijk onrecht, en
belemmert het individualisme bij elken stap." Het verdient de aandacht
dat Jezus nooit zegt dat verarmde menschen noodzakelijk goed zouden zijn,
of welgestelde menschen noodzakelijk slecht. Dat zou niet de waarheid
zijn geweest. Welgestelde menschen zijn, als klasse, beter dan verarmde
menschen, zedelijker, intellectueeler, beter van gedragingen. Er is maar
een klasse in de gemeenschap, die meer om geld denkt dan de rijken, en
dat zijn de armen. De armen kunnen nergens anders om denken. Dat is de
ellende van het arm-zijn. Wat Jezus wel zegt, is, dat de mensch zijn
vervolmaking niet bereikt door wat hij heeft, zelfs niet door wat hij
doet, maar enkel en alleen door wat hij is. Zoo wordt de rijke jongeling
die tot Jezus komt, voorgesteld als een door en door goed burger, die
zich tegen geen der wetten van den staat bezondigd heeft, tegen geen der
voorschriften van zijn godsdienst. Hij is volkomen "achtenswaardig," in
de gewone beteekenis van dat buitengewone woord. Jezus zegt tot hem:
"Geef den bijzonderen eigendom op. Het belemmert u uwe vervolmaking te
verwezenlijken. Hij is een blok aan uw been, een overlast. Uw
persoonlijkheid heeft hem niet van noode. Binnen in u, en niet buiten u
zult gij vinden wat gij in werkelijkheid zijt en wat gij werkelijk
behoeft." Tot zijn jongeren zegt hij hetzelfde. Hij vermaant hen zich-
zelf te zijn, en zich niet voortdurend af te geven met andere duigen. Wat
komen andere dingen er op aan? De mensch is volledig in zich-zelven. Als
zij de wereld ingaan, zal de wereld met hen overhoop liggen. Dit is
onvermijdelijk. De wereld haat alle individualisme. Maar dat mag hen niet
storen. Zij moeten rustig blijven en bij zich-zelf bepaald. Als iemand
hun rok neemt, moeten zij hem ook hun mantel geven, enkel om te toonen
dat materieele dingen van geen belang zijn. Als de menschen hen honen,
mogen zij hun niet antwoorden. Wat beteekent hoon? Wat de menschen van
iemand zeggen, verandert hem niet. Hij b
|