natuurlijk zijn en volstrekt onzelfzuchtig,
en zullen de bedoelingen der woorden weten en die in hun vrije schoone
leven verwerkelijken. Ook zullen de menschen niet egoistisch zijn zooals
nu. Want de egoist is de man die eischen aan anderen stelt, en de
individualist zal dat niet begeeren. Hij zal er geen genot in vinden. Als
de mensch het individualisme zal behaald hebben, zal hij ook het
medegevoel behalen en het vrij en spontaan te pas brengen. Tot op het
oogenblik heeft de mensch het medegevoel nauwelijks ook maar beoefend.
Hij heeft enkel medegevoel met leed, d.i. niet den hoogsten vorm van
medegevoel. Alle medegevoel is schoon, maar medegevoel met lijden is de
minst schoone uiting. Zij wordt ontsierd door egoisme. Zij heeft neiging
om ziekelijk te worden. Er is een bepaald bestanddeel van vrees voor onze
eigen veiligheid in. Wij worden bang dat wij zelf als de melaatsche of de
blinde zouden kunnen zijn en dat niemand dan voor ons zorgen zou. Dit
medegevoel is ook eigenaardig beperkend. Men behoorde medegevoel te
hebben met de algeheelheid des levens, niet enkel met 's levens zeere en
zieke plekken, maar met zijn vreugde en schoonheid en geestkracht en
gezondheid en vrijheid. Hoe ruimer het medegevoel, hoe moeilijker het
natuurlijk wordt. Het eischt hoe langer hoe meer onzelfzuchtigheid. De
eerste de beste kan medegevoel hebben met de ongelukken van zijn vriend,
maar men moet een bijzonder mooien aanleg hebben--den aanleg inderdaad
van een waarachtig individualist--om mede te voelen met zijns vriends
welslagen.
In de overspanning van den modernen wedijver en den worstelstrijd om zich
een plaats te verzekeren is zulk medegevoel van-zelf zeldzaam, en wordt
ook zeer vaak verstikt door het onzedelijk streven naar eenvormigheid van
typos en gelijkvormigheid met den regel, dat overal zoo zeer de bovenhand
heeft en misschien in Engeland meer kwaad sticht dan ergens anders.
Medegevoel met leed zal er natuurlijk altijd zijn. Het is een der eerste
instincten van den mensch. De dieren die individualiteit vertoonen, de
hooger aangelegde dieren, hebben het met ons gemeen. Maar men moest
bedenken dat, terwijl medegevoel met vreugd de som van vreugde op de
wereld verhoogt, medegevoel met leed in werkelijkheid de hoeveelheid leed
niet vermindert. Mogelijk maakt het den mensch beter in staat het euvel
te verduren, maar het euvel blijft. Medegevoel met tering geneest de
tering niet; dat moet de wetenschap doen. En wanneer het soci
|