fden, enkel voor blinden bewoonbaar waren.
Maar op een goeden dag begonnen er mooie dingen gemaakt te worden, mooie
tinten verschenen uit de handen van den verver, mooie patronen uit de
scheppende verbeelding der kunstenaars, en de aanwending van het schoone
voorwerp in zijn waarde en levensbelangrijkheid nam een aanvang. Het
groote publiek was in hooge mate gebelgd. De menschen maakten zich kwaad.
Zij zeiden onwijze dingen. Niemand lette er op. Niemand voelde zich maar
eenigszins uit het veld geslagen. Niemand aanvaardde het gezag der
openbare meening. En op het oogenlik is het zoo goed als onmogelijk
eenige moderne woning binnen te komen zonder in zekere mate de erkenning
gewaar te worden van den goeden smaak, van de waarde eener aangename
omgeving, een of ander teeken van de waardeering der schoonheid. In een
woord, de woningen der menschen zijn in den laatsten tijd over 't
algemeen alleszins bekoorlijk. De menschen hebben zich een heel eind
laten opvoeden. Toch moet men om eerlijk te zijn verklaren, dat het
buitengewone slagen der omwenteling in huisversiering, meubileering en
wat daarbij behoort, in den grond niet te danken is aan de meerderheid
van het publiek dat een bijzonder goeden smaak in dergelijke zaken zou
ontwikkeld hebben. Wij danken het in hoofdzaak aan het feit dat de
vervaardigers van gebruiksvoorwerpen zoo zeer het genot waardeerden van
iets schoons te maken, en tot een zoo felle bewustheid ontwaakten van de
leelijkheid en platheid van wat het publiek hun voor dien tijd te leveren
vroeg, dat zij zijn smakeloosheid eenvoudig uithongerden. Het zou op het
oogenblik niet mogelijk blijken een vertrek te meubelen zooals dat enkele
jaren terug geschiedde, zonder voor het minste ding naar een uitverkoop
te gaan van tweedehands-meubelen, afkomstig uit een of ander derderangsch
pension. Zulke zaken worden niet meer vervaardigd. Al hebben zij er nog
zooveel op tegen, de menschen zijn tegenwoordig gedwongen iets
bekoorlijks in hun omgeving te hebben. Tot hun geluk is hun aanmatiging
van gezag op dit kunstterrein op een volslagen fiasco uitgeloopen.
Het is dus klaarblijkelijk dat alle gezag op dergelijk gebied slecht is.
De menschen vragen iemand wel eens welke regeeringsvorm aanpassend is
voor een kunstenaar om onder te leven. Op deze vraag is maar een antwoord.
De regeeringsvorm die het best aanpassend is voor den kunstenaar, is
volstrekt geen regeering. Gezagsoefening over hem en zijn kunst is
belachelijk. Men
|