07.]--Sint Elisabeth, tooneelspel in 3 bedrijven. [Verschenen in
_Groot-Nederland_ 1907. Later opgenomen in den 2den bundel
Tooneelspelen.]--Kasbloem, tooneelspel in 3 bedrijven. [Verschenen in
_Groot-Nederland_ 1908. Later opgenomen in den 2den bundel
Tooneelspelen.]--Een Paladijn, blijspel in 4 bedrijven. [Gespeeld door
het Nederlandsch Tooneel te Amsterdam. Uitgaaf in de N.B.]---Het
Liefdesvers, blijspel in 1 bedrijf. [Gespeeld op het Letterkundig
Congres te Antwerpen in 1912. Niet uitgegeven.]--De Nimf, satyriek
tooneelspel in 4 bedrijven. [Gespeeld door het Rotterdamsch
Tooneelgezelschap in 1913. Verschenen in de T.B. 1913.]--
CYRIEL BUYSSE
[Illustratie: CYRIEL BUYSSE]
[Illustratie: Op het balkon van zijn werkhuis]
(* 1859)
Toen ik te Gent uit d'n Sint-Pieters-Statie stapte, werd ik aangesproken
door een zeer reusachtigen, blozenden, jovialen schoolknaap met
opgestreken blonde knevels en zware Amerikaansche rijglaarzen:--Cyriel
Buysse in zijn sportpak. Hij geleidde me naar zijn beroemde auto, liet
zijn armen in een paar wijde handschoenen glijden en weg tuften wij. Wij
gingen langs "het familiebuiten"; niet er in. Een zevental kilometers
verder ligt zijn werkhuis, in de wandeling "de kooi", "la maison a
pattes", of wel "de meulen" genaamd.
Langs een omweg bereikten wij den top van een breeden heuvel en daar
stond op een getimmerte van balken, te midden van laag gewas, een
viertal meters van den beganen grond een houten gebouwtje met twee
balkons. Men noemt het huisje "de molen", omdat op dien heuvel ook een
molen staat, vele eeuwen oud, die, tusschen haakjes, nog steeds maalt.
Het bevat een keukentje, een slaapkamer voor een dienstbode en een vrij
ruime, doch primitieve werkkamer met groote openslaande vensters.
Niemand zou hier een schrijver als Buysse gezocht hebben. Een lang
ganzenroer lag op het bed naast mijn brief, een handvol patronen over de
schrijftafel verspreid.
Terwijl hij mij rondleidde en me de kasteelen in den omtrek toonde,
moest ik denken aan een grondbezitter in de Kempen, die jaren geleden
mij en een vriend door twee gewapende boschwachters deed aanhouden,
omdat we over zijn terrein liepen teneinde een stuk weg af te snijden,
en die ons minstens had laten opsluiten als hij had geweten dat we
hadden gezwommen, bovendien, in zijn beek. Ik ben maar liever zijn gast,
overwoog ik, tot Cyriel Buysse terugkeerend. Deze legde een twaalftal
half uitgebrande toebakspijpen opzij, z
|