FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   6   7   8   9   10   11   12   13   14   15   16   17   18   19   20   21   22   23   24   25   26   27   28   29   30  
31   32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   >>   >|  
enen, die, indertijd Scharten's _Krachten der Toekomst_ besprekend, het sterk in deze prees, dat hij een _keur_ zijner kritieken had laten herdrukken en niet zooals anderen, "uit zelfoverschatting of onverschilligheid, die slechts op wat materieel voordeel belust is," alles gebundeld had--de heer Coenen werd thans door het wrekend Noodlot met dit eene uit zijne honderdtallen kritische opstellen naar de boekpers geduwd, en terwijl hij niets kwaads vermoedend, genoeglijk de bladzijden zich tot een boek zag stapelen, grijnsde het Noodlot achter zijn rug en over zijn hoofd heen tot ons, zijn recensenten: "Vraag hem nou ereis, of dat nu op minachting van al zijn ander kritisch werk berust en zoo ja, waarom hij dan zoo "onverschillig is," toch maar altijd door te blijven recenseeren--of dat het berust op het bewustzijn, dat de namen al dier andere, door hem behandelde auteurs, niet zulke betrouwbare en olie-opzuigende "drijvertjes" zijn, als die van den "klassieken, slechts weinig meer gelezen wordenden" Dickens?" [p.13] Maar ik zou geen mensch moeten zijn, die altijd door het noodlot tot iets gedwongen wordt, om nu het mij iets verzocht, dat niet lekker te weigeren! Ik stel de vraag dus _niet_, doch alleen haar mogelijkheid, om even te laten gevoelen, dat het maken van _on_heusche gissingen alleen, door objectieve kritiek dient vermeden. Ik geloof: de vraag is malligheid. De heer Coenen heeft eenvoudig, zijn ander kritisch werk goed achtend, dit boek iets _beters_ geacht. Maar hier mag dan toch weer de recensent te voorschijn treden en beweren dat dit een dwaling is: het tegendeel is het geval. Want die andere opstellen staan voor het meerendeel in levensgevoel niet beneden, vaak zelfs boven hun onderwerp. Dit is ver beneden het zijne. Tegenover the gentlemen who write, die Coenen zoo vaak behandelt, mag hij zoo glimlacherig-cynisch, zoo nemerig-en-geverig zijn als hij wil, op enkele uitzonderingen na staat hij tegenover gelijken, meest tegenover minderen.... Maar nu tegenover Dickens!... Gewaden en versierselen af, menschenkind, _als bij de Multatuliaansche Gnomen, _ en hoe rouwiger uwe versierselen zijn des te eerder, want rouw past niet bij het kern-leven, bij het ware, blijde leven.... Hij gaf zijn ziel, hij heeft recht op de uwe.... En wat tot de ziel is geraakt, dat weifelt niet meer, dat is fel, dat is sterk.... Hij heeft recht op uw _ziels_weerzin, op uw _ziels_liefde.... De kleine afkeertjes en genegenheidjes van u
PREV.   NEXT  
|<   6   7   8   9   10   11   12   13   14   15   16   17   18   19   20   21   22   23   24   25   26   27   28   29   30  
31   32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   >>   >|  



Top keywords:
Coenen
 

tegenover

 

kritisch

 
berust
 

versierselen

 
beneden
 

opstellen

 

andere

 

alleen

 

altijd


Dickens

 
Noodlot
 

slechts

 

behandelt

 

glimlacherig

 

levensgevoel

 

gentlemen

 

meerendeel

 

onderwerp

 
Tegenover

eenvoudig

 

achtend

 
beters
 

geacht

 

zijner

 

kritieken

 

vermeden

 
geloof
 

malligheid

 
tegendeel

cynisch

 

dwaling

 

beweren

 

recensent

 
voorschijn
 

treden

 

Scharten

 
Krachten
 

blijde

 

geraakt


weifelt

 
kleine
 

afkeertjes

 

genegenheidjes

 

liefde

 

weerzin

 

indertijd

 

gelijken

 

minderen

 

uitzonderingen