--onderzoek eens wat hij heeft gewonnen door
die lectuur.... Gij werktet met uw verstand en uw verstandelijk gevoel,
en beiden hebben ook bij hem geprofiteerd: zij hebben wat feitenkennis
en waardeerinkjes opgedaan, die hun gelukkigen bezitter allicht in de
conversatie te pas zullen komen, maar diens _ziel_?... Doch schrijf nu,
geen twintig duizend woorden, maar slechts een zin, waarin uw innigst
doorvoelen van een auteur tot kunst gevonden is, en ziedaar: een _licht_
springt uit uw ziel in die van uw lezer over. Zij wordt _ontroerd_,
d.w.z. zij is door u _gegroeid_.... Zulk een schrijver is G.K.
Chesterton: een groot _kunstenaar_, die met _liefde_ en overgave over
een grootere schrijft.
Hij heeft, voor zoover ik weet, twee boeken over Dickens geschreven; het
eerste: _Charles Dickens_, waarvan juist weder een nieuwe druk
verschenen is, kan 't best ons tot het doel dienen, waarvan ik hierboven
sprak: de maatstaf te zijn, om Coenens' tekortkomingen te meten, wijl
het de _geheele_ Dickens-figuur behandelt; het tweede: _Appreciations
and Critisisms of the Works of Ch. Dickens_ is--precies wat de titel het
zegt te zijn. Ik zal alleen het eerste bespreken en wat het tweede
betreft mij er toe beperken, u de lezing _ten zeerste_ aan te bevelen.
Maar ge moet wel weten, lezer, dat ik mij op zeer pijnlijke wijze bewust
ben, dezen grooten kunstenaar-kritikus, ook met die bespreking, in dit
kort bestek, geen recht te kunnen doen: bij elk citaat, ik weet het, zal
ik een zeer werkelijk smartgevoel hebben, omdat ik weer een andere
schoone zegging, neen, tientallen andere zal zien opblinken, die ik u
niet kan toonen. _Gij moet dit goedmaken voor mij, mijn beste lezer, gij
moet, door die prachtwerken te lezen, zorgen, dat mijn tekortschieten
althans geen_ [p.19] _slechte gevolgen heeft: dat gij die heerlijke
aandoeningen niet mist, die ik heb ondergaan_.
Het onderscheid dan tusschen Coenen en Chesterton ligt vooral in het
feit, dat--afgezien ervan, dat het denken van den laatste zich op een
veel hooger plan beweegt dan dat van den eerste--het denken van den
Hollandschen criticus _denken blijft_ en dat van den Engelschen bijna
overal zich _plastisch ver-beeldt_, d.i. _kunst_ wordt. Ziehier eerst
een voorbeeld van Chesterton's metaforische macht, en vervolgens eenige
vergelijkingen tusschen de beide schrijvers. Ver-beelding eener
wijsgeerige gedachte bij Chesterton:
For religion all men are equal, as all pennies are equal, becaus
|