was, ondanks de bezigheden, welke zijn ambt
hem opleide, een minnaar gebleven der classieke oudheid en van alles,
wat daarmede in verband stond: en het was hem de zoetste verpoozing van
zijn arbeid, wanneer hij, in de weinige uren van uitspanning, die hem te
beurt vielen, zich in de lezing en beoefening zijner geliefkoosde
schrijvers verlustigen kon. De brokken uit de Latijnsche dichters,
waarmede hij gemeenzaam was, werden dan ook, gelijk men uit de
vorenstaande bladzijden heeft kunnen zien, niet minder dikwijls in het
dagelijksch gesprek door hem te pas gebracht dan de aanhalingen uit het
_Corpus Iuris_: ja somtijds ontvielen hem die, wanneer hij tegen mijn
moeder sprak, hetgeen dan bij deze, en vooral bij mijn zuster, niet
zelden een glimlach of vroolijke scherts deed ontstaan. Maar niet alleen
de werken der Ouden waren mijn vader dierbaar: al wat zich, al ware het
slechts zijdelings, aan de dagen van Athene of Rome's grootheid hechtte,
was hem welkom: en die geldstukken, wier gehalte of innerlijke waardij
voorzeker van weinig beduidenis was, en die hun meeste waarde daaruit
ontleenden dat het stel vrij volledig scheen, werden door hem met te
meer opgetogenheid beschouwd, naarmate der grootsche herinneringen, die
zij bij hem opwekten.
Allen waren dus recht vergenoegd en tevreden: en de vroolijkheid werd
niet weinig vermeerderd, toen een groote taart, ter viering mijner
terugkomst gebakken, op de tafel verscheen en de zintuigen door de
aangenaamste geuren streelen kwam. Witte broodjes, schoteltjes met
kalfsvleesch en ossetong, en heerlijke vruchten, zooals in Europa de
stookkasten van ons land alleen kunnen opleveren, omringden den
hoofdschotel: en de sleutel des wijnkelders werd mij toevertrouwd om een
flesch te halen van den wijn, die mij het best beviel. De kinderen
kregen allen verlof, tot tien uren op te blijven: en de avond liep zoo
genoeglijk af als men bij mogelijkheid verlangen kon: ja de algemeene
vreugde werd door geen ander toeval gestoord, dan dat Tante Letje door
het afbrokkelen van een stuk taart, een confituurvlek op haar
hagelwitten halsdoek kreeg, en dat Jakob een half glas wijn stortte over
eene der prenten, welke hij van Tante Van Bempden gekregen had: twee
ongevallen, die echter, zooverre mij gebleken is, geen blijvenden indruk
bij de lijdende partijen achterlieten.
* * * * *
DERTIENDE HOOFDSTUK.
BEHELZENDE, HOE SUZANNA EN FERDINAND HARREWARREN, EN HOE D
|