tgelaten van
vreugd, toen de losgemaakte papieren haar een fraai gekleeden pop deden
aanschouwen.
"Ik hoop," zeide Kareltje, mij met zijn blauwe oogen vragend aanziende:
"ik hoop...." hij durfde toch niet te zeggen wat hij hoopte; want hij
begreep, dat het anders kon uitvallen; maar toen ik hem het voor hem
bestemde toereikte, zag hij dat zijn wensch naar een verfdoos toch
verwezenlijkt was.
Het zou bij u, waarde lezers! weinig belang wekken, indien ik stuk voor
stuk de voorwerpen ging opnoemen, waarmede ik de jongere leden der
familie beschonk; ofschoon gij,--voor zooverre gijzelven ooit in het
geval zijt geweest, dergelijke geschenken na uw terugkomst van een
buitenlandsche reis rond te deelen, of in uw jongere jaren die van
anderen ontvangen hebt,--u de gewaarwordingen nog wel levendig zult
kunnen voorstellen, welke men alsdan gevoelt, en welke te streelender
zijn, naarmate het geschonkene meer de behoefte of den wensch van het
oogenblik bevredigt. Wat mij betreft, ten dezen opzichte slaagde ik zeer
gelukkig; want al wat ik uitdeelde was ook juist hetgeen men verlangde:
en mijn broeders en zusters begonnen reeds te denken dat ik de gaaf had,
op verren afstand iemands gedachten te raden, toen een glimlach mijner
moeder aan de oudsten althans deed gissen, dat de goede vrouw mij in
haar laatste brieven eenige wenken gegeven had omtrent hetgene meest
welkom zijn zou.
Toen nu het kleine volkje beschonken, of, om niet dubbelzinnig te
spreken, begiftigd--was, kwam de beurt aan de grooteren, en Suzanna
zette groote oogen op toen ik haar met een sluier vereerde (men zou
thans zeggen: een voile) die, in aanmerking mijner bekrompen middelen,
als een kostbaar geschenk kon worden aangemerkt. Voor mijn moeder had ik
een netgewerkt zakhorloge medegebracht en voor Tante Letje een
eenvoudigen, doch sierlijk gesneden ivoren waaier, die haar bijzonder
behaagde, omdat hij fraai en toch niet opzichtig was. Tante Van Bempden,
die alles had of kom laten komen, wat de weelde verlangen kon, ontving
een kleine antieke urn, welke ik te Rome had gekocht:--dit geschenk
bracht een langdurige vergelijking teweeg tusschen den antieken en
hedendaagschen smaak in bouw- en beeldhouwkunst.--Eindelijk was mijn
vader niet weinig in zijn schik, toen ik, een doos openschuivende, hem
een kleine verzameling aanbood der Romeinsche munten, die voor den tijd
der Keizers in gebruik waren, door mij gedurende mijn verblijf te Rome
bijeengebracht. Mijn vader
|