FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   257   258   259   260   261   262   263   264   265   266   267   268   269   270   271   272   273   274   275   276   277   278   279   280   281  
282   283   284   285   286   287   288   289   290   291   292   293   294   295   296   297   298   299   300   301   302   303   304   305   306   >>   >|  
_a l'unisson_ was, met de rest van mijn toilet, leende een andere van den pastoor, onder voorgeven dat de mijne was gezengd en vol gaten en verliet het dorp den volgenden dag, nagevolgd door de zegeningen van iedereen." Ik dacht, dat Heynsz er nog bij zou voegen, hoe diezelfde beurs (gelijk ik hooger verhaald heb) hem naderhand noodlottig werd; doch hij hield hier op, keek op zijn horloge en sloop, zoodra het gesprek weder algemeen werd, schier onopgemerkt uit het vertrek. Intusschen was de koffie, die eerst rondgediend was geweest, sedert lang door den wijn vervangen; en onder de gasten begon een vroolijkheid te heerschen, welke hoe langer hoe luidruchtiger werd. Alle aanmatiging zoowel als valsche zedigheid was geweken, ieder schertste en spotte zonder zich meer te bedwingen; er werden vroolijke liedjes gezongen; de rokken gingen uit: de bedaardsten werden snapachtig en de druksten werden stil: in 't kort, het druivennat begon zijn invloed uit te oefenen, en ik te denken dat het voor mij ook welhaast zaak zou worden, het voorbeeld van Heynsz te volgen en mij stil te verwijderen, toen Helding, die een oogenblik naar buiten was geweest om wijn te halen, weder binnenkwam met het bericht, dat er een Heer in 't portaal was om Heynsz te spreken. Deze was echter zoek: en de meid, geroepen zijnde, verklaarde niet te weten, waar Sinjeur gestoven of gevlogen was. Haar verlegen toon bij dit bescheid, deed mij echter vermoeden, dat de Heer des huizes niet verre af was, maar wellicht met dezen of genen over politie-zaken redeneerde. "Wij kunnen dien Heer toch niet op de trap laten staan", zeide Helding: "'t schijnt een deftig man: en Heynsz zal wel terugkomen. Wat dunkt u, dat ik hem binnenroepe?" "Wel ja!" zei de treurpoeet, met de vuist op de tafel slaande, dat al de roemers er van dansten: "hoe meer zielen, hoe meer vreugd."--Ook de overigen keurden goed wat de traktant voorstelde, die dan ook vertrok en na een kort vertoeven terugkeerde, een vreemdeling inleidende met een karmozijnen rok, een zwaar gepoederde pruik, een bril met groote glazen, een stok met een amberen knop en een deftig voorkomen. "Kom binnen, mijn waarde Heer!" zeide Helding, hem als 't ware binnendringende met een ongemeene drukte: "'t is immers beter in een warme kamer te wachten dan op een tochtig portaal. Een stoel voor Mijnheer. Wees zoo goed en neem plaats. Maak, bid ik u, geen complimenten. Hier! een pijp voor Mijnheer! en een schoonen roeme
PREV.   NEXT  
|<   257   258   259   260   261   262   263   264   265   266   267   268   269   270   271   272   273   274   275   276   277   278   279   280   281  
282   283   284   285   286   287   288   289   290   291   292   293   294   295   296   297   298   299   300   301   302   303   304   305   306   >>   >|  



Top keywords:

Heynsz

 

werden

 

Helding

 

Mijnheer

 

deftig

 
echter
 

geweest

 

portaal

 
terugkomen
 

treurpoeet


wellicht
 
vermoeden
 

binnenroepe

 

gevlogen

 
huizes
 

redeneerde

 

verlegen

 

schijnt

 

kunnen

 
bescheid

politie

 

voorstelde

 
immers
 

wachten

 

drukte

 

ongemeene

 
binnen
 

waarde

 
binnendringende
 
tochtig

complimenten

 

schoonen

 
plaats
 

voorkomen

 

keurden

 

overigen

 

traktant

 

vertrok

 

vreugd

 
slaande

roemers

 

dansten

 

zielen

 

vertoeven

 

terugkeerde

 
groote
 

glazen

 

amberen

 

gepoederde

 
inleidende