FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   296   297   298   299   300   301   302   303   304   305   306   307   308   309   310   311   312   313   314   315   316   317   318   319   320  
321   322   323   324   325   326   327   328   329   330   331   332   333   334   335   336   337   338   339   340   341   342   343   344   345   >>   >|  
was avond geworden: de wind en regen bleven aanhouden, en alles om ons heen was in nevel en duisternis gehuld. Voor zooverre ik mij herinner, was ik de eerste, die sprak: en de oogen om mij slaande, om de dames te zoeken, die door den schok van mij afgeraakt waren, riep ik in vervoering uit: "God lof! wij zijn gered!" "Dat mag wel 'ezeid worden, bij 't walletje langs," zeide Klaas: "op zoo'n rare manier ben ik nooit aan wal 'ekomen." "Goddank! dat was boven verwachting!" riep Lodewijk; maar met deze uitboezeming scheen hij zijn geheelen voorraad dankbaarheid te hebben uitgeput; want, op het dek heen en weer loopende, begon hij bij zichzelven te mompelen: "'t is een mooie winkel! hoe d.... krijgen wij het jacht hier weer vandaan?" De drie dames zeiden niets. Henriette en Suzanna hielden Tante omvat en alle drie schenen in stille, eerbiedige overpeinzing verzonken. Wat Reynhove betrof, zijn blijdschap was de luidruchtigste. Hij sprong en danste over het dek rond, drukte Lodewijk, mij, de dames, zelfs den schippersknecht, de handen, beurtelings lachende, zingende en weenende, tot eindelijk zijn voet op de natte planken uitgleed en hij achterover rolde, "'t Is niets," zeide hij, terstond weder opspringende: "het gevaar is voorbij en wij zijn allen gesauveerd:" en hij begon van voren af aan handjes te geven en elk in 't bijzonder geluk te wenschen met een hartelijkheid en een uitbundigheid, welke merkelijk afstaken bij zijn gewone geaffecteerde vormen, en bewezen, hoeveel guller en beter hij in den grond zijns harten was dan hij oppervlakkig scheen te zijn. "Maar waar zijn wij toch eigenlijk?" vroeg Tante. "Op een veilige plaats, Tante-lief!" was mijn antwoord: "en waar wij op de vreemdste manier ter wereld zijn aangekomen." "Nu zal ik nooit meer lachen over den vreemden Jood, die zich verbeeldde, dat hij met trekschuit en al over de brug heen getrokken zou worden", zeide Suzanna, die haar vroolijkheid terugbekomen had. "Mevrouw," zeide Lodewijk, die toch scheen te gevoelen, dat hij eenige apologie noodig had, terwijl hij zich bij Tante vervoegde, "dat is waarlijk gelukkig afgeloopen. Het doet mij recht leed, dat UEd. er zoo ongelukkig bij te pas zijt gekomen." "Ja Mijnheer!" zeide Suzanna: "Tante mocht u wel toevoegen, gelijk Athalia tot Abner: dans quel piege as-tu conduit mes pas?" "Het schijnt," zeide Tante, met reden eenigszins gevoelig over de handelwijze van Lodewijk, "het schijnt, dat M
PREV.   NEXT  
|<   296   297   298   299   300   301   302   303   304   305   306   307   308   309   310   311   312   313   314   315   316   317   318   319   320  
321   322   323   324   325   326   327   328   329   330   331   332   333   334   335   336   337   338   339   340   341   342   343   344   345   >>   >|  



Top keywords:

Lodewijk

 

Suzanna

 

scheen

 

schijnt

 

worden

 
manier
 

vreemdste

 

aangekomen

 
plaats
 

wereld


veilige
 
antwoord
 

bijzonder

 

wenschen

 
hartelijkheid
 

uitbundigheid

 

voorbij

 

gesauveerd

 

handjes

 
merkelijk

afstaken

 

harten

 
oppervlakkig
 

guller

 

geaffecteerde

 

gewone

 
vormen
 

bewezen

 
hoeveel
 
eigenlijk

terugbekomen

 

toevoegen

 
gelijk
 

Athalia

 

Mijnheer

 

ongelukkig

 

gekomen

 

eenigszins

 

gevoelig

 
handelwijze

conduit

 

getrokken

 

vroolijkheid

 

trekschuit

 

lachen

 
vreemden
 

verbeeldde

 

gevaar

 

Mevrouw

 
gelukkig