FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   302   303   304   305   306   307   308   309   310   311   312   313   314   315   316   317   318   319   320   321   322   323   324   325   326  
327   328   329   330   331   332   333   334   335   336   337   338   339   340   341   342   343   344   345   346   347   348   349   350   351   >>   >|  
rkende nu duidelijk de stem, die mij al in den beginne niet vreemd was voorgekomen: "ik ben Huyck! geloof mij toch: Mevrouw Van Bempden staat daar buiten." "Wel, wie heit van zijn leven!" riep hij "verakskeseer mijn onbeleefdheid. Ik kom zoo bij je." "'t Is warempel 'elukkig ook, dat de man je kent," zeide Klaas: "aers hadden wij nog werk 'ehad het hum aan zijn domme verstand te brengen." Ondertusschen riep ik hun die buiten stonden toe, dat zij maar gerust zouden wezen en dat er hulp zoude komen opdagen. Niet lang duurde het ook of de voordeur ging weder open en Roggeveld trad te voorschijn en kwam naar ons toe, terwijl zijn vrouw, zijn knecht en een paar meiden nieuwsgierig aan de deur hieven staan. "Wel wie heit van zijn leven!" herhaalde Roggeveld, naar ons toekomende, "ik heb jelui ummers niet 'eraekt?--Nou! 't was maer los kruit, wil ik ereis zeggen; maer ik dacht niet aers, of het dieven waren, in dat geval." "Dat had uw knecht wel anders kunnen gewaarworden, indien hij niet was gaan loopen." "Jae! Kees dacht, 'et waren spoeken: en jelui ziet er ook al pover uit, hoor." Ik kon den man geen ongelijk geven; want op den afstand, waarop wij ons bevonden, leverden zij, die buiten stonden, vooral de dames, die, zooals ik vroeger verhaald heb, tafellakens hadden omgeslagen, bij het twijfelachtige licht der lantaren een vrij kluchtige vertooning op, en de schrik van Kees kwam mij vrij natuurlijk en verschoonhaar voor. Het hek werd ontsloten, en terwijl wij ons ongeval in korte bewoordingen aan Roggeveld mededeelden, bracht deze ons naar zijn woning. Ik laat aan mijn lezers over zich de uitroepen voor te stellen van: "wel kijk ereis: Heere bewaar ons! lieve tijd! wel jemenie! wie heit zoo iets meer beleefd!" en diergelijke, die het Roggeveldsche gezin deed hooren bij het vernemen dezer wederwaardigheden. "Nou vraag ik je reis," zeide de vrouw van den huize, terwijl zij haar best deed om een goed vuur aan den gang te krijgen, "wat of die rijke lui zich al in gevaar begeven, en op zee gaan uit plezier, wanneer zij warm en wel te huis kunnen zitten." Intusschen werd de breede raad gespannen, wat er te doen stond. Ik stelde voor, dat, indien Roggeveld de noodige ligging bezorgen kon, de dames zich hoe eerder hoe beter te bedde zouden begeven, terwijl wij Heeren den nacht bij het vuur zouden doorbrengen. Tante had niets in te brengen tegen het eerste gedeelte van mijn voorstel; maar vroeg of er intussche
PREV.   NEXT  
|<   302   303   304   305   306   307   308   309   310   311   312   313   314   315   316   317   318   319   320   321   322   323   324   325   326  
327   328   329   330   331   332   333   334   335   336   337   338   339   340   341   342   343   344   345   346   347   348   349   350   351   >>   >|  



Top keywords:

terwijl

 

Roggeveld

 

zouden

 

buiten

 

begeven

 
stonden
 

kunnen

 

indien

 
knecht
 

hadden


brengen
 
jemenie
 

beleefd

 

beginne

 
wederwaardigheden
 

vernemen

 

hooren

 

Roggeveldsche

 

bewaar

 
diergelijke

voorgekomen

 

ontsloten

 
ongeval
 

schrik

 

natuurlijk

 

verschoonhaar

 
bewoordingen
 

mededeelden

 
vreemd
 
uitroepen

stellen

 

lezers

 
bracht
 

woning

 

rkende

 

eerder

 

bezorgen

 

ligging

 

stelde

 
noodige

Heeren

 

gedeelte

 

voorstel

 

intussche

 

eerste

 
doorbrengen
 

gespannen

 

krijgen

 

duidelijk

 
vertooning