FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   303   304   305   306   307   308   309   310   311   312   313   314   315   316   317   318   319   320   321   322   323   324   325   326   327  
328   329   330   331   332   333   334   335   336   337   338   339   340   341   342   343   344   345   346   347   348   349   350   351   352   >>   >|  
n niet iemand zoude kunnen gaan naar Heizicht of naar de hoeve van de oude Martha, om haar rijtuig te zoeken en te zeggen dat men haar afhalen kwam. "O!" zeide ik, "er valt nog veel bovendien te beredderen: maak maar eerst, dat gij in bed komt: dat is nu het voornaamste." De dames begrepen, dat dit inderdaad de verkieslijkste partij was en verwijderden zich met de vrouw en de dochters van den huize: terwijl wij ons, zoodra het vuur goed brandde, om den haard sloten en op Engelsche wijze, naar een recept van Reynhove, die er zich goed op verstond, van brandewijn, water en suiker ons een verwarmenden drank bereidden, terwijl wij ons langzamerhand van schoenen en bovenkleederen ontdeden en die op de warme plaat voor het vuur lieten drogen. "Nu hebt gij ons nog niet verhaald, Weinstuebe!" zeide Reynhove, toen wij een poos gezeten hadden, "hoe gij daar in die sloot zijt gearriveerd." "Wat sol ich er lang ofer braten?" zeide Weinstuebe: "ich stond an de foorblecht, und da kingen wir den dijk ober: und ich dacht zo, wir kingen nach de blitz: und ich fiel und ich hield mihr selbst an ein tauw fest: und die tauw schlingerde mit mir, und ich fiel pijten poord: und ich dacht das ich versaufen waar: aber nein: ich lag in 't gras. Und ich stund op und ich dacht: dat tijfelsche schip komt ofer mich hin, und so lief ich voraus, und ich sakte bis de oren in eine modderschloot und da lag ich zu sportelen, und zu dreien, und zu schreien; aber da waar niemand, die mihr achtte." "Ik geloof inderdaad," zeide Reynhove, "dat uw positie verre van amusant was; maar laat u raden, Weinstuebe, en vertel dat gedeelte uwer lotgevallen aan niemand over. Het is waarlijk al te vernederend, om, wanneer men zulk een schoone kans heeft geloopen in de open zee te verdrinken, slechts in een stinksloot te land te komen." Terwijl Reynhove op deze wijze voortging met Weinstuebe te plagen, wendde ik mij naar Roggeveld, en vernam of er ook gelegenheid ware, iemand, zoowel naar het gestrande vaartuig, als naar Oud-Naarden of 's-Gravenland te zenden: en op deze punten ingelicht zijnde, vroeg ik aan de beide Heeren, wat hunne verdere voornemens waren. Nadat ieder zijn meening en verlangen geuit had, werd alles dienovereenkomstig geregeld en bepaald, en ik wilde juist de vrouw van Roggeveld roepen om van het afgesprokene aan de dames kennis te geven, toen zij de keuken binnenkwam en mij berichtte dat Tante mij wenschte te spreken. Ik volgde haar naar een
PREV.   NEXT  
|<   303   304   305   306   307   308   309   310   311   312   313   314   315   316   317   318   319   320   321   322   323   324   325   326   327  
328   329   330   331   332   333   334   335   336   337   338   339   340   341   342   343   344   345   346   347   348   349   350   351   352   >>   >|  



Top keywords:

Reynhove

 

Weinstuebe

 

terwijl

 

Roggeveld

 

kingen

 
iemand
 

inderdaad

 

niemand

 
schreien
 

schoone


modderschloot
 
stinksloot
 

slechts

 

verdrinken

 
wanneer
 

dreien

 

sportelen

 

geloopen

 

vernederend

 
amusant

vertel

 

lotgevallen

 
positie
 

gedeelte

 

geloof

 

achtte

 
waarlijk
 

volgde

 
vaartuig
 
verlangen

wenschte

 

meening

 
voornemens
 

verdere

 

kennis

 

afgesprokene

 

binnenkwam

 

berichtte

 

roepen

 
geregeld

dienovereenkomstig

 

bepaald

 

zoowel

 

gestrande

 

keuken

 
gelegenheid
 

voortging

 

Terwijl

 

plagen

 
wendde