FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   269   270   271   272   273   274   275   276   277   278   279   280   281   282   283   284   285   286   287   288   289   290   291   292   293  
294   295   296   297   298   299   300   301   302   303   304   305   306   307   308   309   310   311   312   313   314   315   316   317   318   >>   >|  
ndelijk daar?" vroeg mijn moeder, terwijl ik haar omhelsde: "is dat nu vroeg te huis komen, gelijk gij beloofd hadt? Hoe is het, ben je nuchteren of niet? Laat ik u eens in de pogen zien. Ja: uw oogen staan goed; maar anders zie je er geweldig ontdaan uit. 't Is goed voor eens; anders deugen u die slemppartijen en dat nachtbraken niets." "Ik hoop," zeide mijn vader, mij bij de hand nemende, en mij insgelijks, doch met een ernstigen blik, aanziende, "dat de slemppartijen en het nachtbraken nog maar de eenige redenen zijn van uw verbleekte kleur en ontstemde pols. Maar mag ik u vragen, is Helding verhuisd? of zijt gij de nachthuizen nog rondgeloopen met uw poeten? Ik weet, dat zulks wel eens de gewoonte is ... een gewoonte, die de zoon van den Hoofdofficier niet moest navolgen." "Hoe meent UEd. dat?" vroeg ik, niet weinig verlegen: "ik begrijp niet...." "Reeds eens uur geleden heb ik, op aandrijven uwer moeder, die bezorgd was dat gij de gracht voor den wal zoudt aanzien, Joris met de lantaren naar het huis van Heynsz gezonden: en hij is teruggekomen met de boodschap, dat de Jongeheer reeds vertrokken was." Ik begreep terstond, dat de knecht daar gekomen was toen ik mij bij Amelia bevond en toen ieder beneden mij vertrokken waande. "Ik heb," zeide ik stamelend, "een der gasten, met wien ik een zeer belangrijk gesprek voerde, te huis gebracht en ben wat lang met hem blijven staan praten. Maar ik kan u verklaren, dat ik niets gedaan heb, waarover ik mij behoef te schamen." "Dan behoeft gij ook niet te kleuren," zeide mijn vader: "hoe heette die nieuwe vriend, die zoo belangrijk sprak?" Deze vraag bracht mij deerlijk in 't nauw; want, in omstandigheden als de mijne waren, zijn de eenvoudigste doorgaans het moeilijkst te beantwoorden. Nu moest de draaierij wel een logen worden: "Velters," zei ik, bevende. "Velters?--Nu ja, wat schort er aan, dat gij zulk een moeite schijnt te hebben om een zoo eenvoudigen naam uit te spreken? Ik ken Velters bij reputatie. Hij is een braaf jong mensch, die vlijtig oppast, en wel voort zal komen, indien zijn gezondheid zijn goeden wil evenaart. Maar het belangrijkste gesprek had u niet moeten doen vergeten, dat uw moeder ongerust was en gij haar wakende hieldt." "Nu," zeide die goede moeder: "wij moeten ook denken, Ferdinand is zoo lange jaren buitenshuis geweest en de gewone sleur wat ontwend. Hij zal vergeten hebben, dat wij lieden van de klok zijn. Ik hoop maar, dat derg
PREV.   NEXT  
|<   269   270   271   272   273   274   275   276   277   278   279   280   281   282   283   284   285   286   287   288   289   290   291   292   293  
294   295   296   297   298   299   300   301   302   303   304   305   306   307   308   309   310   311   312   313   314   315   316   317   318   >>   >|  



Top keywords:

moeder

 

Velters

 

hebben

 

nachtbraken

 

gewoonte

 
vertrokken
 

slemppartijen

 

moeten

 
gesprek
 

belangrijk


vergeten
 
anders
 

doorgaans

 

eenvoudigste

 
beantwoorden
 

praten

 

worden

 

draaierij

 

verklaren

 
moeilijkst

blijven

 

vriend

 
nieuwe
 

heette

 

kleuren

 

behoeft

 
schamen
 

gedaan

 
deerlijk
 
bracht

behoef

 

waarover

 
omstandigheden
 

indien

 

wakende

 

hieldt

 

denken

 

ongerust

 

evenaart

 
belangrijkste

Ferdinand

 

ontwend

 

lieden

 

gewone

 

buitenshuis

 
geweest
 

goeden

 

gezondheid

 

moeite

 
schijnt