FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98  
99   100   101   102   103   104   105   106   107   108   109   110   111   112   113   114   115   116   117   118   119   120   121   122   123   >>   >|  
rst met ongeduld. "Ziehier de zaak die u ten onrechte tegen mij verbolgen doet zijn, heer graaf", begon de Kerel. "Ik had eenen broeder, een goedhartig man, door iedereen bemind en geacht. Een zekere Warad Valk, van Dudzeele, geraakte in twist met hem aangaande het gebruik eener schapenweide, en bracht hem eenen doodelijken slag toe. Ik, de naaste bloedverwant, erfde, krachtens onze wetten en onze gewoonten, niet alleen den plicht om voor zijne weduwe en kinderen te zorgen, maar tevens om de veete te vervolgen en wraak te nemen. In de meening dat de doodslag het gevolg van een onvrijwillig toeval kon zijn, bood ik den moordenaar den vrede, en liet scheidsmannen het zoengeld bepalen, dat Warad Valk ten voordeele der weduwe mijns broeders zou te betalen hebben. Wat deed hij? Op den zoendag verscheen hij niet voor de Keurmannen[35] en misprees aldus het gerecht. Ondanks den vrede hoonde hij nog de arme weduwe en dreigde hare hofstede in brand te steken. Sedert dan is hij uit het Ambacht verdwenen. Ik ontmoette hem hier en deed mijnen plicht." "En moest gij daarom bloed in mijne tegenwoordigheid vergieten? Eenen afschuwelijken moord plegen?" riep de vorst, die eerder door de koele woorden van den Kerel was verbitterd geworden dan gestild. [Illustratie: ...viel met gekloofd hoofd ten gronde. (Bladz. 95.)] "De wet gebood het mij" wedervoer Arnulf. "Zij heeft geene bijzondere gevallen voorzien. Wie den gebannen vrede breekt mag overal aangevallen en gestraft worden. Ik kon Warad Valk zonder verwittiging doodslaan, en evenwel heb ik hem tot zelfverdediging uitgedaagd en hem ten kamp geroepen. Hadde ik mijnen broeder niet gewroken, ik ware als lafaard onteerd gebleven Iedereen moet mij prijzen omdat ik mijnen plicht heb gedaan." "Ha, dit zullen wij zien!" kreet graaf Karel, over zooveel stoutheid verbaasd. "Kastelein, men leide dien man naar het Gijselhuis op den Burg. Hij blijve gevangen totdat wij zijn vonnis hebben uitgesproken." "Ik in de gevangenis?" mompelde de Kerel, met eenen ongeloovigen lach op de lippen. "Ik ben een vrij man; ik heb geenen lust tot vluchten; ik zal komen op de eerste dagvaarding, maar in de gevangenis wil ik niet! Geen der Kerels die daarbeneden staan zal dulden dat men mij, schuldeloos als ik ben, naar de gevangenis voere. Stroomt er meer bloed, God zal weten wie het deed vergieten!" Een honderdtal Kerels, die aan den voet der trap stonden en dit tooneel met angst en klimmende veron
PREV.   NEXT  
|<   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98  
99   100   101   102   103   104   105   106   107   108   109   110   111   112   113   114   115   116   117   118   119   120   121   122   123   >>   >|  



Top keywords:

plicht

 

weduwe

 

gevangenis

 
mijnen
 

Kerels

 

hebben

 

broeder

 

vergieten

 
gebleven
 

gebannen


onteerd

 
gronde
 

voorzien

 
wedervoer
 

gebood

 

lafaard

 

Iedereen

 
gedaan
 

prijzen

 

gevallen


aangevallen

 
overal
 

gestraft

 

evenwel

 

bijzondere

 

zonder

 
verwittiging
 

doodslaan

 
geroepen
 

worden


gewroken

 

breekt

 

uitgedaagd

 

zelfverdediging

 
Arnulf
 
schuldeloos
 
dulden
 

Stroomt

 

daarbeneden

 

eerste


dagvaarding

 

tooneel

 
stonden
 

klimmende

 

honderdtal

 

vluchten

 
Kastelein
 

verbaasd

 

Gijselhuis

 

stoutheid