FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   100   101   102   103   104   105   106   107   108   109   110   111   112   113   114   115   116   117   118   119   120   121   122   123   124  
125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   141   142   143   144   145   146   147   148   149   >>   >|  
ngaland beslissend tegen de aanslagen onzer vijanden behoeden." "Ja, ja, mijne ooms, gij zijt de verduldigheid zelve", lachte Burchard. "Blijft maar op den edelmoed der Isegrims hopen, en den eenen of anderen dag zullen de Kerels ontwaken met de keten der slavernij aan de beenen. Gij zult verwonderd staan, woedend worden misschien; maar dan zal uw beschuldigend geweten u toeroepen: te laat! te laat!" "Burchard heeft gelijk!" riep Robrecht Sneloghe met eene uitdrukking van verontwaardiging. "Wij zijn te lijdzaam; men zal haast gaan denken dat de Kerels niets dan melk in de aderen hebben!..." "Gij ook, mijn neef!" viel de proost half spottend hem in de rede. "Hoe laat gij u toch zoo spoedig verleiden door de grootspraak van Burchard? Het zijn al dwaasheden die hij uitkraamt. Wij zullen wachten en voorzichtig toezien totdat de graaf van het leger zij teruggekeerd. Zoolang de vorst afwezig blijft, hebben wij niets te vreezen. Wij kunnen zijne eindelijke beslissing niet vooruitzien. Zouden wij door gewelddadigheid hem redenen geven tot wettige verbittering tegen ons?" "Welnu, ooms, blijf bij uw gevoelen", zeide Burchard. "De toekomst zal bewijzen wie er gelijk had." De hand tot Robrecht reikende, sprak hij: "Ha, mher Sneloghe, laat mij toe u geluk te wenschen over uw schitterend huwelijk met jonkver Van Woumen." "Mijn huwelijk is verbroken", antwoordde de jonge ridder. "Gij schudt het hoofd en gelooft mij niet, Burchard? Placida heeft mij mijne beloftegift teruggegeven." "Doemenis, ik heb gedacht dat het zoo zou eindigen!" kreet Burchard met plotselijke woede. "Waar een Tancmar omtrent kan mag een Erembald zich aan hoon of onheil verwachten. Gij zijt het slachtoffer eener snoode kuiperij, Robrecht. Misschien wist gij het niet; maar Ghyselbrecht Tancmar heeft insgelijks naar de hand van jonkver Placida gestaan. Van daar komt u deze vernedering." "Inderdaad, het is op den raad van mher Tancmar dat de huwelijksbelofte werd verbroken." "Dien hatelijken Ghyselbrecht zal ik wel vinden", gromde Burchard. "Wees zeker, hij zal sterven door mijne handen!" "Bah, bah, het is altijd hetzelfde met u", schertste de kastelein. "Ik zal hem vermoorden zeg ik u!" bulderde Burchard. "De tijd der wraak zal wel eens verschijnen. Rust zal ik toch in mijn leven niet meer vinden voordat ik den laatste dezer booze Tancmars het hoofd gekloofd hebbe!" "Gij spreekt als een redelooze woestaard", bemerkte de proost. "Al wat m
PREV.   NEXT  
|<   100   101   102   103   104   105   106   107   108   109   110   111   112   113   114   115   116   117   118   119   120   121   122   123   124  
125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   141   142   143   144   145   146   147   148   149   >>   >|  



Top keywords:

Burchard

 

Tancmar

 

Robrecht

 
Sneloghe
 

gelijk

 

vinden

 

Ghyselbrecht

 

Placida

 
verbroken
 

jonkver


proost

 
huwelijk
 

hebben

 
zullen
 

Kerels

 

Erembald

 

Tancmars

 
gedacht
 

laatste

 

omtrent


gekloofd

 
plotselijke
 

eindigen

 

teruggegeven

 

bemerkte

 

woestaard

 
Woumen
 

schitterend

 
redelooze
 

gelooft


beloftegift

 

schudt

 

ridder

 

antwoordde

 
spreekt
 
Doemenis
 
bulderde
 

gromde

 

hatelijken

 

wenschen


vermoorden

 

schertste

 
hetzelfde
 

altijd

 

kastelein

 

handen

 
sterven
 

huwelijksbelofte

 

verschijnen

 

kuiperij