FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108   109   110   111   112   113   114   115   116   117   118  
119   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   141   142   143   >>   >|  
zich naar sher Wulfs Steen. Toen zij de achterzaal binnentrad, zag zij Dakerlia met eenen witten doek in de hand voor het venster zitten. De hopelooze had waarschijnlijk in hare droeve eenzaamheid alweder tranen gestort. Robrechts zuster meende tot haar te loopen en hare treurnis door eene onmiddellijke veropenbaring van het gelukkig nieuws te verdrijven; maar zij weerhield zich, naderde tot Dakerlia, nam haar de hand en zeide: "Nu, ween niet meer, vriendinne ..." "Ach, ik kan mijne smart niet bedwingen; ik zal zeker ziek worden, ik gevoel het wel!" riep jonkver Wulf. [Illustratie: "Aanvaard het uit mijne hand." (Bladz. 123.)] "Ik kom om u iets te zeggen, Dakerlia ..." "Gij hebt nooit afgunst gevoeld, Witta; de minnenijd heeft nooit u den boezem verteerd. O, behoede de barmhartige God u voor zulk akelig lijden! Het is eene slang die om ons hart gekronkeld ligt en het vezel voor vezel verbijt en verscheurt." "Maar laat mij spreken", morde Witta, hare klacht onderbrekende. "Ik heb eene verrassende tijding u mede te deelen. Het schijnt dat het huwelijk mijns broeders met Placida Van Woumen eenig beletsel ontmoet." Dakerlia zag haar als verschrikt aan en begon te sidderen. "O, hemel, wat zegt gij?" mompelde zij schier onverstaanbaar. "Spreek, spreek!" "Gij zijt zoo ontsteld, vriendinne; ik zeg immers niet dat dit huwelijk verbroken is?" Eenen zwaren zucht slakende, riep Dakerlia klagend uit: "Ach, Witta, Witta, waarom pijnigt gij mij zoo wreedelijk?" Jonkver Sneloghe verkeerde in eene lastige verlegenheid. Haar broeder ging komen; zij moest zich haasten en de groote ontstelbaarheid van Dakerlia maakte hare taak zoo moeilijk! Tot een besluit gedwongen, verzamelde zij haren moed en zeide: "Dakerlia, ik heb gewichtige dingen u te openbaren: maar gij moet bedaard blijven of ik verlaat u oogenblikkelijk ... Het is waarschijnlijk dat de huwelijksbelofte mijns broeders zal verbroken worden." "Waarschijnlijk?" herhaalde Dakerlia, met eenen hoopvollen lach van haren zetel opstaande. "Bijna zeker." "Ach, mocht dit geschieden, hoe zou ik God zegenen!" "Het is geschied, Dakerlia: het huwelijk is verbroken." Jonkver Wulf vloog hare vriendin aan den hals en lachte en stortte tranen, als hadde deze tijding haar van blijdschap zinneloos gemaakt. De deur werd geopend, en Robrecht trad binnen. Een kreet ontsnapte Dakerlia; zij rukte zich los uit de armen harer vriendin en meende met u
PREV.   NEXT  
|<   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108   109   110   111   112   113   114   115   116   117   118  
119   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   141   142   143   >>   >|  



Top keywords:

Dakerlia

 

verbroken

 
huwelijk
 

vriendin

 

vriendinne

 

worden

 

tijding

 

broeders

 

Jonkver

 

tranen


meende
 

waarschijnlijk

 

haasten

 

groote

 

gewichtige

 

broeder

 

ontstelbaarheid

 

maakte

 

verzamelde

 

besluit


moeilijk

 

gedwongen

 

verlegenheid

 

zwaren

 

immers

 

spreek

 

achterzaal

 

ontsteld

 

slakende

 
Sneloghe

verkeerde

 
lastige
 

dingen

 

wreedelijk

 

klagend

 

waarom

 

pijnigt

 

bedaard

 

zinneloos

 

gemaakt


blijdschap

 

lachte

 

stortte

 

geopend

 

Robrecht

 

ontsnapte

 

binnen

 
oogenblikkelijk
 

huwelijksbelofte

 

Waarschijnlijk