n de
drie ontzaglijke dieren omver en werden zij een twintig schreden
voortgesleurd, zonder dat onze olifant er zelfs iets van scheen
te merken.
"Hoera! hoera! hoera!" schreeuwde kapitein Hod, die zich geen meester
meer was. "Voeg den geheelen serai van Zijn Hoogheid er ook nog maar
bij! 't Zal er voor onzen IJzeren Reus geen greintje zwaarder om zijn!"
Kolonel Munro gaf een teeken met de hand. Banks sloot nu den regulateur
en de toestel stond stil.
Geen jammerlijker gezicht dan de drie olifanten van Zijn Hoogheid,
met den snuit en de pooten in de lucht, zich werende als reusachtige
torren op den rug!
Wat den prins aangaat, boos en beschaamd ging hij heen, zonder zelfs
het eind der proef af te wachten.
De drie olifanten werden toen uitgespannen. Zij stonden op, zichtbaar
vernederd door hun nederlaag. Toen zij weder voorbij den IJzeren
Reus kwamen, kon de grootste, in spijt van zijn cornac, zich niet
weerhouden de knie te buigen en met de tromp te groeten, gelijk hij
voor prins Gourou Singh gedaan had.
Een kwartier later kregen wij een bezoek van een Hindoe, den
"kamdar" of secretaris van Zijn Hoogheid, die den kolonel een zak
met tienduizend ropyen kwam brengen, het bedrag van de verloren
weddingschap.
Kolonel Munro nam den zak en zeide, hem met minachting den verbluften
secretaris voor de voeten werpende:
"Voor de bedienden van Zijn Hoogheid!"
Daarna wendde hij zich bedaard naar het stoomhuis.
Men kon dien verwaanden prins, die ons zoo minachtend had uitgedaagd,
niet beter op zijn plaats zetten.
Zoodra intusschen de IJzeren Reus was ingespannen, gaf Banks het
teeken van vertrek en, te midden van een ontzaglijken toeloop van
verbaasde Hindoes, vertrok onze trein in volle vaart.
Jubelende kreten begroetten hem bij zijn vertrek en weldra hadden
wij bij een kromming van den weg den serai van den prins Gourou Singh
uit het gezicht verloren.
Den volgenden dag begon het Stoomhuis de eerste hellingen te
beklimmen, die het vlakke land met den voet van het Himalaya-gebergte
verbinden. Het was slechts spel voor onzen IJzeren Reus, die met zijn
vermogen van tachtig paardenkracht, in zijn schoot verborgen, in staat
was geweest zonder moeite te kampen tegen de drie olifanten van prins
Gourou Singh. Hij waagde zich dus gemakkelijk op de hellende wegen
van die streek, zonder dat het noodig was de normale stoomdrukking
te versterken.
Het was wezenlijk een vreemd gezicht den kolos te zien, stroomen vonk
|