FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   21   22   23   24   25   26   27   28   29   30   31   32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45  
46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   >>   >|  
n Dakerlia's medelijden mij zijne smart. Tot haar gaande, sprak hij op diep ontroerden toon: "Dakerlia, gij beklaagt mij, niet waar? Ik dank u, lieve vriendinne. Het is een bitter lot zijn leven te moeten slijten met eene vrouw die men niet bemint en vreest nimmer te zullen beminnen ... maar troost u, waarschijnlijk bedrieg ik mij. Placida Van Woumen is schoon; er is goedheid in haar hart. Wie weet? misschien zal ik haar de liefde kunnen schenken die zij verdient...." In Dakerlia's oogen, welke zij nu ontdekte, vlamde een vreemde blik. De ridder begreep hem niet, doch deinsde er van terug en bleef vragend op de maagd staren. "Placida?" riep zij, "Placida zal u ongelukkig maken, arme Robrecht!" "Hoe kunt gij het weten?" "Mijn hart, mijn hart, dat niet kan liegen, roept het luid." Mher Sneloghe worstelde in eene pijnlijke verlegenheid tegen zijn eigen gemoed. Hij deed geweld op zich zelven om door woorden noch gebaren het gevoel te verraden dat de bron was van zijn verdriet. Dakerlia zou het in alle geval niet begrijpen, en zulke veropenbaring op dit oogenblik, ware niet alleen nutteloos, maar zelfs voor allen schadelijk, ja, misschien misdadig voor God! Deze overweging deed hem besluiten de lastige, de droeve samenspraak af te breken. "Uw medelijden doet u dwalen, Dakerlia", zeide hij. "Jonkver Placida is beminnenswaardig. Ik moet weder uitgaan en mij haasten. Ongetwijfeld wacht men reeds met ongeduld op mij. Kom dezen namiddag ... of ik zal met mijne zuster ten uwent gaan om u te verklaren wat mij tot dit huwelijk dwingt." Hij stapte tot eene kas, trok ze open en nam er eene dooze uit welker deksel met gulden inlegwerk was versierd. Dakerlia slaakte eenen angstschreeuw, sprong vooruit en rukte de doos uit zijne handen ... maar, alsof zij besef had van de onbetamelijkheid harer daad, gaf zij ze spoedig terug. Dan bezwijkende onder hare geweldige ontsteltenis, liet zij zich op eenen stoel vallen en bleef daar beschaamd en overvloedig weenend, met den blik neergeslagen zitten. Eene hevige siddering had Robrecht aangegrepen en eene doffe angstkreet was hem ontsnapt. Hij aanschouwde haar eene wijl verbaasd en zeide dan op pijnlijken toon: "Dakerlia, Dakerlia, indien gij een geheim in uw hart hebt gedragen, o, verberg het voor eeuwig uit medelijden! Er zijn dingen die, wanneer men ze weet, ons zoo rampzalig kunnen maken, dat wij elken verderen dag van ons leven God om den dood zouden bidden als om
PREV.   NEXT  
|<   21   22   23   24   25   26   27   28   29   30   31   32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45  
46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   >>   >|  



Top keywords:
Dakerlia
 

Placida

 

medelijden

 

kunnen

 

misschien

 
Robrecht
 
stapte
 

versierd

 

slaakte

 

rampzalig


angstschreeuw

 
inlegwerk
 

gulden

 

welker

 

dwingt

 

deksel

 

verderen

 

zouden

 

Ongetwijfeld

 

haasten


ongeduld
 

uitgaan

 

Jonkver

 
beminnenswaardig
 
bidden
 
verklaren
 
sprong
 

namiddag

 

zuster

 

huwelijk


zitten

 
neergeslagen
 

gedragen

 

hevige

 

weenend

 
dwalen
 

beschaamd

 

overvloedig

 

siddering

 
verbaasd

angstkreet

 

ontsnapt

 

aangegrepen

 
geheim
 

indien

 

pijnlijken

 

vallen

 

onbetamelijkheid

 

wanneer

 
aanschouwde