FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   5   6   7   8   9   10   11   12   13   14   15   16   17   18   19   20   21   22   23   24   25   26   27   28   29  
30   31   32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   >>   >|  
morde de jonkvrouw met ontevredenheid. "Zeg mij, zeg mij, om Gods wil, dat ik mag hopen!" "Ik zou liegen, Disdir." "Gij zoudt liegen! Wee mij! Er is dus geene de minste vonk van genegenheid voor mij in uw ijskoel hart?" "Vriendschap, genegenheid kan ik u gunnen, als aan elk der bekenden mijns vaders", antwoordde het meisje, "maar het gevoel dat gij van mij eischt, mher Disdir, is iets dat zich niet laat gebieden, gij weet het wel. Is uwe smart ongeveinsd, dan heb ik waarlijk medelijden met u. Meer kan ik u niet geven." Als geheel ontmoedigd, liet de ridder het hoofd op de borst vallen en stapte eenige oogenblikken zwijgend voort. Eene rilling doorliep welhaast zijne leden, en hij sprak tot de maagd op zoeteren, doch niet min ontstelden toon: "Dakerlia, gedurende deze vier eindelooze weken uwer afwezigheid heb ik aan niets gedacht dan aan u alleen; mijne ziel is vervuld gebleven met uw beeld; nacht en dag hebt gij voor mijne oogen gewaard. Ik heb gedwaald als een verloren geest, u zoekende in de straten, in de bosschen, in de woestijnen; en overal klonk mij in de ooren het onverbiddelijke "neen, neen!" dat gij mij, als een gloeiend ijzer, op het bloedend hart hebt gedrukt. Dakerlia, uw vader stemt toe in ons huwelijk. Verwerp mij niet voor eeuwig. O, laat mij hopen! Bedrieg mij, maar laat mij hopen!" "Bedriegen kan ik niet; bedriegen wil ik niet", zuchtte de maagd, droef en ongeduldig. "Niets voor mij dan afkeer en misprijzen!" huilde Disdir op versmachten toon. "Zelfs geene genegenheid genoeg om mij uit medelijden te bedriegen! Welaan, het zij dan zoo! Liefde of verachting, mijne vrouw zult gij worden, Dakerlia!" "Ik uwe vrouw?" kreet de maagd met verontwaardiging. "Welk ridder, welk vrijgeboren man zou eene vrouw door geweld tot een huwelijk zonder genegenheid willen dwingen?" "Eene liefde als de mijne is blind en kent geene wetten. Wat mij verhindert, wat mij in den weg staat zal ik verbrijzelen!" "En ik zal mijnen vader zeggen wat schaamtelooze taal gij tot zijn kind durft voeren." "Hij zelf schonk mij uwe hand." "Gij weet wel, heer, dat dit onwaar is. Mijn vader laat mij de vrije keus. Hij heeft niet verzuimd het u uitdrukkelijk te zeggen. Daarbij, ik herhaal het u, ik ben veel te jong om aan zulk iets te denken." Hij schouwde haar diep in de oogen en vroeg met ontstelde stemme: "Dakerlia,--o, folterend vermoeden!--Dakerlia, gij bedriegt mij. Ware uw hart vrij, gij zoudt niet z
PREV.   NEXT  
|<   5   6   7   8   9   10   11   12   13   14   15   16   17   18   19   20   21   22   23   24   25   26   27   28   29  
30   31   32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   >>   >|  



Top keywords:
Dakerlia
 

genegenheid

 

Disdir

 

ridder

 

liegen

 
zeggen
 
medelijden
 

bedriegen

 

huwelijk

 

geweld


zonder

 
worden
 

willen

 

vermoeden

 

verontwaardiging

 

vrijgeboren

 

ongeduldig

 

afkeer

 

misprijzen

 

huilde


zuchtte
 

Bedrieg

 

Bedriegen

 
versmachten
 
dwingen
 
Liefde
 
verachting
 

genoeg

 

Welaan

 

bedriegt


verzuimd

 
stemme
 

uitdrukkelijk

 

Daarbij

 

onwaar

 
herhaal
 

denken

 

schouwde

 

ontstelde

 
verbrijzelen

verhindert

 

folterend

 

wetten

 
mijnen
 

voeren

 

eeuwig

 

schonk

 

schaamtelooze

 

liefde

 
ongeveinsd