FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   11   12   13   14   15   16   17   18   19   20   21   22   23   24   25   26   27   28   29   30   31   32   33   34   35  
36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   >>   >|  
o ziek dat wij haar onzen innigen dank betuigden omdat zij ons had laten roepen. Nadat ik bijna twee weken nevens haar bed had gewaakt, haar had getroost en verpleegd, werd zij eensklaps beter, en een paar dagen daarna gevoelde zij zich reeds tot zooverre hersteld dat zij van den bedde opstond en met mij in den hof wandelde...." "Hoe? Uwe moei is genezen!" kreet Robrechts zuster verwonderd. "Maar neen, Witta. Laat mij toch voortgaan. Zij scheen geheel genezen en onze zorgen niet meer te behoeven. Te Veurne, dat schier aan Lampernisse paalt, vernam mijn vader dat eenige kooplieden, vrije mannen en Kerels als hij, voorgenomen hadden in gezelschap naar Witzand te reizen, eene zeehaven in het graafschap van Boonen[5] gelegen. Dit bracht mijnen vader op de gedachte deze gelegenheid waar te nemen om zijnen broeder te bezoeken die niet verre van daar te Helbedinghem woont, en welken hij in tien jaar niet meer had gezien. Het was wel dertig uren verre; maar toch, ik, nieuwsgierig om dit gedeelte van het oude Kerlingaland te kennen...." "Dertig uren verre over zee? En gij hebt aanvaard?" kreet Witta verbaasd. "Dan nog niet, vriendin. Wij reisden over land, en kwamen na vier dagen behouden te Witzand aan." "Maar hebt gij niets merkwaardigs of zonderlings onderwege gezien, Dakerlia? Vertel mij toch iets van uwe lange reis!" "Wat zal ik u vertellen? Het land, alhoewel wat heuvelachtig, ziet er uit als hier; de lieden zijn er Kerels van ons geslacht en spreken er hetzelfde Dietsch als wij, Kerels van Vlaanderen[6]." "Zij zijn dus ook vrije mannen?" "Dat weet ik niet al te wel", gaf Dakerlia, het hoofd schuddende, ten antwoord. "Het schijnt dat hunne voorvaders vroeger door de graven van Gwynen en van Boonen wreedelijk zijn verdrukt geworden, en dat zij nu in eene halve dienstbaarheid leven. Het recht tot het voeren van wapens is hun ontroofd. Zij betalen eene schatting om eene houten kolf tot verdediging te mogen dragen, en die verlaten zij nooit. Daarom noemt men hen de Kolvekerels, en die onrechtvaardige schatting, de Kolvekerlij[7]. Deze menschen, wanneer de vrije Kerels uit Vlaanderen zien, klagen over hun lot en drukken de hoop uit dat zij nog wel eens uit de dienstbaarheid zullen opstaan. Anders zijn zij van opzicht, gestalte en kleeding geheel gelijk aan onze Kerels die de Ambachten bewonen. Meer weet ik u van hen niet te vertellen." "Maar hoe geraakt gij op de zee, Dakerlia?" "Het is gansch eenvoudig.
PREV.   NEXT  
|<   11   12   13   14   15   16   17   18   19   20   21   22   23   24   25   26   27   28   29   30   31   32   33   34   35  
36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   >>   >|  



Top keywords:

Kerels

 

Dakerlia

 

genezen

 

Witzand

 

schatting

 

geheel

 
dienstbaarheid
 

vertellen

 

Vlaanderen

 
Boonen

mannen

 

gezien

 

schuddende

 

behouden

 
alhoewel
 

onderwege

 
heuvelachtig
 

geslacht

 

spreken

 

hetzelfde


Dietsch
 

Vertel

 

zonderlings

 

lieden

 

merkwaardigs

 
klagen
 

drukken

 

wanneer

 

menschen

 

onrechtvaardige


Kolvekerels

 

Kolvekerlij

 

zullen

 

opstaan

 

geraakt

 
gansch
 

eenvoudig

 
bewonen
 

Ambachten

 

opzicht


Anders

 
gestalte
 

kleeding

 

gelijk

 

verdrukt

 

wreedelijk

 
geworden
 

Gwynen

 
graven
 
schijnt