FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   14   15   16   17   18   19   20   21   22   23   24   25   26   27   28   29   30   31   32   33   34   35   36   37   38  
39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   >>   >|  
schieten; doch de marketentster keerde zich om, toonde hun den rug, en met de hand er op slaande, deed zij een alsdan bekend teeken van verachting en spot. Een geweer mikte op haar, en de stoute vrouw viel ten gronde; een kogel was haar door het hart gegaan. Het gezicht van het lijk weerhield ons een oogenblik; dan volgde ik mijnen vriend den Brusselaar naar de Groote Markt, waar al de geweren ten teeken van vreugde werden afgeschoten, onder aanheffen van een onbeschrijfelijk geschreeuw en gejubel. Mijn vriend beweerde, dat ik ook schieten moest, en om mij dit mogelijk te maken, laadde hij mijn groot pistool, dat misschien sedert Napoleons tijd nog geen vuur had gezien. Hij gaf het mij in de hand en leerde mij, hoe ik den arm gebogen moest houden, om het stooten van het wapen te voorkomen. Ik deed wat hij zeide en loste stoutelijk den slag. Hoe het kwam, weet ik niet; maar het pistool gaf een machtigen knal en rukte mij, als het ware, het gansch gebeente uiteen. Mijn elleboog en schouder deden mij zoo zeer, dat mijn vriend meende te barsten van lachen bij de pijnlijke en droeve gezichten, die ik trok. De smart verminderde echter spoedig. Wij bleven op de markt; de burgers brachten voedsel en drank aan, en ik at uit eenen pot met mijnen vriend. Omtrent twee uren na den middag gingen wij over de Graanmarkt, waar men bezig was met het _arsenaal_ uit te planderen. Ik zag er allerlei lieden komen uitgestroomd, elk met een nieuw geweer op den schouder; en dewijl het bezit van een nieuw geweer mijn innigste verlangen was, verzocht ik den Brusselaar met mij er binnen te gaan, om te beproeven, of ik insgelijks een wapen zou kunnen bekomen. Na lang dringen en stooten geraakte ik in een magazijn, waar vele lange houten kisten opeengestapeld lagen; uit eene van deze nam ik een geweer. Mijnen vriend zag ik niet meer omtrent mij; hoezeer ik ook in het arsenaal rondzocht, ik kon hem niet meer vinden. Bij den ingang van het gesticht staande, schouwde ik met angst op de uit en instroomende menigte; en toen ik na een uur wachtens mijnen vriend nog niet had gezien, zou ik wel van verdriet geweend hebben. De Brusselaar was mijn moed, mijne macht, mijne hoedanigheid van man; nu ik hem had verloren, was ik weder een kind geworden, dat nog niet tot de hoogte zelfs van eenen omwentelingssoldaat was opgegroeid. Eene bijzonderheid, die ik na eerst aan mijn geweer en aan al de geweren uit het arsenaal bemerkte, was, dat de Holla
PREV.   NEXT  
|<   14   15   16   17   18   19   20   21   22   23   24   25   26   27   28   29   30   31   32   33   34   35   36   37   38  
39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   >>   >|  



Top keywords:

vriend

 

geweer

 

Brusselaar

 
mijnen
 

arsenaal

 
geweren
 

schouder

 

gezien

 
pistool
 
stooten

teeken

 

schieten

 
innigste
 
voedsel
 
dewijl
 

uitgestroomd

 

verlangen

 

verzocht

 

insgelijks

 
geworden

hoogte

 
binnen
 

beproeven

 

lieden

 

allerlei

 

middag

 
gingen
 
Omtrent
 

bijzonderheid

 

Graanmarkt


planderen

 

bemerkte

 

omwentelingssoldaat

 

opgegroeid

 

hoezeer

 

rondzocht

 

omtrent

 
verdriet
 

brachten

 

hebben


Mijnen
 

geweend

 
vinden
 
staande
 
menigte
 

instroomende

 

gesticht

 
ingang
 
wachtens
 

verloren