FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   4   5   6   7   8   9   10   11   12   13   14   15   16   17   18   19   20   21   22   23   24   25   26   27   28  
29   30   31   32   33   34   35   36   >>  
Maar zij was vast en licht, en de kameraden hadden haar geopenbaard den klassenstrijd, die alle krachten vraagt van d' wordende Vrouw. Zoo ging zij nu door lichten dag. Wat zou ze doen, er wel ingaan of niet? Zooals een jonge koe die op de velden komt uit den stal, in 't voorjaar, duizelig in 't licht komt, en niet weet of her of der, en dan maar loopt rechtuit op eene lijn, 't is ongewis nog in haar vasten kop-- zoo ging zij, die jonge arbeidster, dwars in het licht, het zilvrig witte dageslicht. En 't leek haar of zij voor een minnaar stond, die met een teer gezicht en bleekheid om zijn hoofd daar stond. En of zij nu zich aan hem geven moest of niet. Een voet stond klaar, maar eene niet. Zij wist niet wat te doen, en bleef maar fonkelend en vlammend staan. Zooals een lente als zij aan de aard', aan de grenzen en aan den horizon gekomen is, en daar maar pal blijft staan. En niet komt. En de menschen denken: wat toeft toch en mart en blijft daar toch die lente? Zoo stond zij op het veld, een vlam gelijk. En weifelend ging ze daar op een steen zitten, en voelde kou en warmte uit de lucht, en den grond, en van uit zich zelve. En twee gedachten vloeiden aan haar op, als twee rivieren, door de blanke lucht gekomen. De een was: Ik kan toch zijn vast en groot, ik kan groote vrouw worden. Er is de kracht in mij als van een mensch. De andre was: 'k moet stil bij moeder blijven. Zooals een moeder, die op haar bed ligt te wachten op het kind, ze voelt het in zich. De twijfel van het uur maakt haar al ziek: Zoo zat ze daar neer. En even onzeker ging zij terug, zooals een paard dat men voor 't eerst beproefd heeft te leeren, en dat men nu terug brengt naar den stal. Zij ging door 't klare licht. De wereld was wel klaar maar zij nog niet, zij twijfelde zooals het groene gras schittert, en vroeg maar aldoor, schitterend, de vraag: Zal ik of zal ik niet meegaan? Zooals in Februari of in Maart de wolken vliegen lachend langs den hemel, wit blauw gevlekt, en de heele natuur, de bergen, de boomen en al de dieren voelen: het moet, het moet, zoo voelde zij, toen zij daar klaarwit naar haar huis toe liep. Maar toch bleef nog een weifling aan haar hart, als het zilverig schuim dat aan de kust ligt. Maar van haar oogen viel een zachte straal. Zij was nog zeer jong, ze was nog geen vrouw. En 's avonds zat zij in haar huis alleen, voor het naar bed gaan, en tuurde in de schemering. Daar rond haar, daar waren
PREV.   NEXT  
|<   4   5   6   7   8   9   10   11   12   13   14   15   16   17   18   19   20   21   22   23   24   25   26   27   28  
29   30   31   32   33   34   35   36   >>  



Top keywords:
Zooals
 

zooals

 

blijft

 
gekomen
 

moeder

 
voelde
 

groene

 

schittert

 

twijfelde

 

wereld


twijfel

 
wachten
 

blijven

 

beproefd

 

leeren

 

onzeker

 

brengt

 

vliegen

 

schuim

 
zilverig

klaarwit

 

weifling

 
zachte
 

straal

 

tuurde

 

schemering

 

alleen

 
avonds
 

voelen

 
Februari

wolken

 

meegaan

 

aldoor

 

schitterend

 
lachend
 

natuur

 

bergen

 
boomen
 

dieren

 

gevlekt


ongewis

 
vasten
 

rechtuit

 

arbeidster

 

gezicht

 

minnaar

 

zilvrig

 

dageslicht

 

duizelig

 

krachten