dit trouwe dier, dat altijd meer meer werkt."
Hij legde zijne hand als op een paard
op de machine, op het breede juk
dat het weefgetouw boven samen hield.
"Hij doet het, hij, met zijn metalen kracht.
Want zie je, kind, alle machines worden
altijd beter gemaakt door de geleerden,
die zitte' in stille kamers ver van ons.
Die maken dat het werktuig altijd beter
en sneller en machtiger werkt, en in
denzelfden tijd en met minder menscharbeid
rijker oogst baart. En daardoor worden dan
de dingen die wij noodig hebben, lager
in waarde, de tijd die gebruikt wordt om
ons onderhoud te maken, korter, de
tijd dien wij dus voor niets voor onzen heer
werken, langer, en zijn winst altijd grooter."
Hij zweeg en werkte, en om hen henen werkten
de andren, in het ruischende stooten
werden zij niet gehoord, zij gingen in
het licht en schaduw, even snel gezien.
Maria zweeg, en hare liefde werd
in haar grooter, de verontwaardiging
liefde vlamde, het bloed van haar hart sloeg
in den bloesem van haar lijf uit, terwijl
ze zacht keek en met hare handen werkte.
Lang was het stil tusschen hen tweeen, hij
keek hoe hij het verdere nu zou zeggen.
Zij dacht en leefde en soesde en groeide.
Daar begon hij weer, en een groot visioen
begon te stijgen in de stille lucht
der fabriek. Hij leek wel een zanger die
in de oude tijd zong van de helden en
hun daden, voor de koningen der landen.
"Wij zijn het dus, de machine en wij,
gij en ik en die daar, die 't geheel drijven,
en maken dat de ontwikkeling komt. Want wij
maken het kapitaal, en 't kapitaal,
altijd grooter, drijft de ontwikkling voort.
Zie hier, buig u met mij in het werk neder,
leg uwe handen in de draden van
het weefsel, drijf ze er door, beweeg
die zachte bloemen door het roode weefsel.
Sla uw hand aan den hefboom, ruk hem over,
glij uw oog langs den boom, en zie of in
de juiste draden de spoel inschiet, wees
met uw lijf zacht gaande zooals een droom,
wees, vrouw, in 't werk, laat ik u zien als in
machine gaan, en gij, zie gij naar mij,
hoe ik een met mijne machine ben.
Zien wij naar elkaar. Hoe wij werken, werken.
Wij maken 't kapitaal. En aldoor meer!
De rijkdom der wereld wordt aldoor grooter.
Wij doen het. O zie naar me, ik zie naar u."
De mannen en de vrouwen der nabuurge
machines, die hem zagen en wisten
dat hij over het socialisme sprak,
waren nader gekomen en scholen
te zamen met hun hoofden zooals kindren
bij den meester, en kleine kindren als
Chineesje
|