FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   7   8   9   10   11   12   13   14   15   16   17   18   19   20   21   22   23   24   25   26   27   28   29   30   31  
32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   >>   >|  
k u altezamen den hals, oudersverdriet dat ge zijt!" Nauwelijks had de moeder het huis verlaten, of de kinderen begonnen met de bloote voeten in het gestorte zeepsop te dansen, zoodat de muren en het huisraad geheel met slijkige vlekken werden bespat. Zij stoven verschrikt uiteen, toen hun vader zich onverwachts op den dorpel vertoonde. De reuk van het verbrande eten ontrukte den man een gegrom van ontevredenheid; de zeepsopdamp en het slijkig water op den vloer deden hem huiveren, en zijn gelaat verkrampte tot eene uitdrukking van walg en verdriet: "Waar is moeder?" vroeg hij. "Naar de _Blauwe Geit_, bij Pier de Knul," antwoordden de kinderen. "Bij Pier de Knul?" "Om u te halen, vader." "Ha, daar zijt gij, morsige prij!" kreet hij, toen hij zijne vrouw zag binnenkomen. "Wat is dit hier voor een stal? Waarom wascht gij die smerige doeken des avonds, als ik te huis zal komen? Gij hebt zeker weer den ganschen dag rondgeloopen en gaan babbelen bij de geburen?" "Tistje, ga, roep uwe zuster Godelieve," zeide de vrouw tot een der kinderen, zonder schijnbaar acht te geven op de harde berispingen haars echtgenoots. "Ik krijg de koorts, zoohaast ik eenen voet in uw varkenskot zet," hernam deze. "Ik heb goesting om er uit weg te vluchten en er nooit meer weder te keeren. Werk dan al eene gansche week, en beul u af en zweet om geld in het huishouden te brengen; dan vindt gij des Zaterdags zwartgebrande patatten en eenen smerigen boel, die u van walg het hart in het lijf doet keeren. --Gaat gij spreken?" "Ba, spreken," hernam de vrouw spottend, "ik lach met al wat gij zegt. Meent gij, dat gij mij gehuurd hebt en dat ik uwe meid ben? Bevalt u het eten niet, laat het staan; is het huis niet zuiver genoeg naar uwen zin, kuisch het zelf, indien gij lust hebt, domme praatmaker!" De man hief de hand op en scheen zijne vrouw te bedreigen. "Zoo, zoo?" riep zij, "de vuisten jeuken u vandaag? Kom, Wildenslag lief, houd u niet in. Zoudt ge gaarne weder met een aangezicht vol krabben naar de fabriek gaan? Gij moet het maar zeggen; ik ben gereed, indien een borstelingsken u plezier kan doen. Zwijg liever en eet in vrede: de patatten zijn maar een beetje verbrand; daarenboven, schreeuwen, schelden en slaan zullen ze niet beter maken." Eensklaps trad er een zevenjarig meisje stil en langzaam in de kamer. Zij was mager en scheen ziekelijk; maar hare blauwe oogen glinsterden als parelen, en op haar fijn mondje speelde
PREV.   NEXT  
|<   7   8   9   10   11   12   13   14   15   16   17   18   19   20   21   22   23   24   25   26   27   28   29   30   31  
32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   >>   >|  



Top keywords:
kinderen
 

spreken

 

scheen

 
hernam
 

moeder

 

indien

 
keeren
 

patatten

 

zuiver

 
genoeg

kuisch

 

spottend

 

brengen

 
huishouden
 
Zaterdags
 

smerigen

 

zwartgebrande

 

gansche

 
gehuurd
 

Bevalt


Eensklaps

 

meisje

 

zevenjarig

 

zullen

 

verbrand

 

beetje

 

daarenboven

 

schreeuwen

 

schelden

 

langzaam


parelen

 

glinsterden

 
speelde
 

mondje

 

blauwe

 
ziekelijk
 

jeuken

 

vuisten

 

vandaag

 

Wildenslag


bedreigen

 

gaarne

 
plezier
 

borstelingsken

 

liever

 
gereed
 

zeggen

 
aangezicht
 
krabben
 
fabriek