FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   111   112   113   114   115   116   117   118   119   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135  
136   137   138   139   140   141   142   143   144   145   146   147   148   149   150   151   152   153   154   155   156   157   158   159   160   >>   >|  
uimd. "Ik durf wedden, dat gij welvarende zijt!" "Zeker!" antwoordde ik op de dekens overeind gaande zitten. "Dat kan niet anders, want ge hebt rustig geslapen. Hans en ik hebben beurtelings bij u gewaakt en wij hebben uwe genezing snelle vorderingen zien maken." "Ik gevoel mij inderdaad weder opgevroolijkt, en om het te bewijzen zal ik eer doen aan het ontbijt, dat gij mij wel zult willen voortzetten!" "Gij zult eten, mijn jongen! de koorts heeft u verlaten. Hans heeft uwe wonden ingesmeerd met ik weet niet welke zalf, waarvan de IJslanders het geheim bezitten en zij zijn uitmuntend geheeld. Een ferme vent, onze jager!" Zoo sprekende bereidde mijn oom eenige spijzen, die ik gretig verslond in weerwil van zijne waarschuwingen. Intusschen overstelpte ik hem met vragen, die hij zich haastte te beantwoorden. Ik vernam nu, dat mijn gelukkig afgeloopen val mij juist aan het uiteinde eener bijna loodrechte galerij had gebracht; daar een vloed van steenen, waarvan de kleinste voldoende zou geweest zijn om mij te verpletteren, met mij mede was gekomen, moest men daaruit afleiden, dat een gedeelte der vaste massa met mij was afgegleden. Dit verschrikkelijk voertuig bracht mij dus in de armen mijns ooms, waar ik bloedend en bewusteloos nederviel. "Waarlijk," zeide hij mij, "het is te verwonderen dat gij niet duizendmaal den dood hebt gevonden. Maar, laten wij elkander in Gods naam niet meer verlaten; want wij zouden gevaar loopen elkaar niet meer terug te zien!" "Laten wij elkander niet meer verlaten!" De reis was dan nog niet ten einde? Ik zette van verbazing groote oogen op, hetgeen onmiddellijk tot deze vraag aanleiding gaf: "Wat scheelt u toch, Axel?" "Ik moet u iets vragen. Gij zegt, dat ik gezond en wel ben?" "Zonder twijfel." "Dat mijn lichaam ongedeerd is?" "Zeker." "En mijn hoofd?" "Uw hoofd staat op eenige kneuzingen na, ongeschonden op zijne plaats op uwe schouders." "Welnu! ik vrees, dat mijne hersenen in de war zijn." "In de war?" "Ja. Zijn wij niet op de oppervlakte van den aardbol terug?" "Zeker niet!" "Dan moet ik gek zijn; want ik bemerk het daglicht, ik hoor het geraas van den wind, die blaast en van de zee, die op het strand breekt!" "Zoo! is het anders niet?" "Zult gij het mij ophelderen?" "Ik zal u niets ophelderen, want het is onverklaarbaar; maar gij zult zien en begrijpen, dat de geologische wetenschap haar laatste woord nog niet heeft gesproken!"
PREV.   NEXT  
|<   111   112   113   114   115   116   117   118   119   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135  
136   137   138   139   140   141   142   143   144   145   146   147   148   149   150   151   152   153   154   155   156   157   158   159   160   >>   >|  



Top keywords:

verlaten

 

ophelderen

 

elkander

 

vragen

 

eenige

 

waarvan

 

hebben

 

anders

 

hetgeen

 

onmiddellijk


verbazing

 

groote

 

welvarende

 

scheelt

 

aanleiding

 

gaande

 

duizendmaal

 

gevonden

 
verwonderen
 

zitten


bewusteloos

 
nederviel
 

Waarlijk

 

overeind

 

elkaar

 

antwoordde

 

loopen

 

gevaar

 

dekens

 
zouden

blaast
 

strand

 

breekt

 

geraas

 
bemerk
 
daglicht
 
laatste
 

gesproken

 
wetenschap
 

geologische


onverklaarbaar

 

begrijpen

 

aardbol

 

oppervlakte

 

wedden

 

kneuzingen

 

ongedeerd

 

bloedend

 

Zonder

 

twijfel