FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   143   144   145   146   147   148   149   150   151   152   153   154   155   156   157   158   159   160   161   162   163   164   165   166   167  
168   169   170   171   172   173   174   175   176   177   178   179   180   181   182   183   184   185   186   187   188   189   190   191   >>  
n er nog driehonderd uur gaans bijkomen." "Ja! en de Lidenbrock-zee zou ten naastenbij zes honderd uur gaans van den eenen oever tot den anderen meten! Weet gij wel, Axel! dat zij dan in grootte met de Middellandsche zee kan wedijveren?" "Ja! vooral als wij haar alleen in de breedte overgestoken zijn!" "Dat is zeer licht mogelijk!" "En het aardigste is," voegde ik er bij, "dat als onze berekening juist is, wij nu de Middellandsche zee boven ons hoofd hebben." "Is het waar?" "Ja! wij zijn immers negenhonderd uur gaans van Reikiavik af!" "Dat is een aardig eind, mijn jongen! maar dat wij juist onder de Middellandsche zee en niet onder Turkije of den Atlantischen oceaan zijn, kan alleen plaats hebben ingeval onze richting niet veranderd is." "Neen! de wind scheen in denzelfden hoek te blijven; ik denk dus, dat deze oever ten zuidoosten van Graeubenhaven ligt. "Wij kunnen ons er licht van verzekeren door het kompas te raadplegen. Wij zullen eens op het kompas zien!" De professor begaf zich naar de rots, waarop Hans de werktuigen had nedergelegd. Hij was vroolijk, opgeruimd, wreef zich in de handen, nam allerlei houdingen aan, als ware hij nog een jongeling. Ik volgde hem, nieuwsgierig om te weten of ik mij in mijne berekening ook bedroog. Bij de rots gekomen nam mijn oom het kompas, legde het waterpas, en zag naar de naald, die na eenige slingeringen een vasten stand aannam onder den invloed der magneetkracht. Mijn oom beschouwde haar, wreef zich toen de oogen uit en zag nog eens. Eindelijk wendde hij zich geheel ontsteld tot mij. "Wat is er gaande?" vraagde ik. Hij wenkte mij om het werktuig te onderzoeken. Een kreet van verbazing ontsnapte mij. De punt der naald wees naar het noorden waar wij het zuiden zochten! Zij was naar het strand gericht in plaats van de volle zee aan te wijzen! Ik schudde het kompas, ik onderzocht het; het was volmaakt in orde. In welken stand men de naald ook bracht, zij nam hardnekkig weder die onverwachte richting aan. Er viel dus niet meer aan te twijfelen, gedurende den storm was de wind omgeloopen, zonder dat wij het bemerkten, en had het vlot teruggedreven naar de oevers, die mijn oom meende achter zich te hebben. HOOFDSTUK XXXVII Verloren reis.--Landverkenning.--Verbastering der schildpad.--De beenderenvlakte. Het zou mij onmogelijk zijn de opeenvolgende gevoelens te schetsen, die professor Lidenbrock bezielden, zijn ont
PREV.   NEXT  
|<   143   144   145   146   147   148   149   150   151   152   153   154   155   156   157   158   159   160   161   162   163   164   165   166   167  
168   169   170   171   172   173   174   175   176   177   178   179   180   181   182   183   184   185   186   187   188   189   190   191   >>  



Top keywords:

kompas

 

hebben

 

Middellandsche

 

plaats

 

richting

 

professor

 

alleen

 

Lidenbrock

 

berekening

 

werktuig


schetsen

 

wenkte

 

gevoelens

 

vraagde

 

ontsteld

 

gaande

 

onderzoeken

 

noorden

 
zuiden
 

opeenvolgende


geheel

 
verbazing
 

ontsnapte

 

Eindelijk

 

bezielden

 

vasten

 

slingeringen

 

honderd

 

eenige

 
aannam

invloed
 

zochten

 

beschouwde

 

naastenbij

 
magneetkracht
 
wendde
 
zonder
 

bemerkten

 
omgeloopen
 

beenderenvlakte


twijfelen

 

gedurende

 

schildpad

 

teruggedreven

 

Verloren

 

Landverkenning

 

XXXVII

 

HOOFDSTUK

 

oevers

 

meende