FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   145   146   147   148   149   150   151   152   153   154   155   156   157   158   159   160   161   162   163   164   165   166   167   168   169  
170   171   172   173   174   175   176   177   178   179   180   181   182   183   184   185   186   187   188   189   190   191   >>  
lfverloochening afgelegd had. Ik kon niets verkrijgen van een dienaar, die zoo blindelings aan zijn heer overgegeven was. Ik moest vooruit. Ik wilde dus op het vlot mijne gewone plaats innemen, toen mijn oom mij met de hand tegenhield. "Wij zullen eerst morgen vertrekken," zeide hij. Ik maakte een gebaar als iemand, die zich aan alles onderwerpt. "Ik moet niets verzuimen," hernam hij, "en nu het noodlot mij op dit gedeelte der kust heeft geworpen, zal ik het niet verlaten voor ik het verkend heb." Men zal deze opmerking begrijpen, als men bedenkt, dat wij wel op den noordelijken oever waren teruggekomen, maar niet op ons vroeger uitgangspunt. Graeubenhaven moest westelijker liggen. Niets was derhalve natuurlijker, dan zorgvuldig den omtrek dezer nieuwe landingsplaats te onderzoeken. "Laten wij op ontdekking uitgaan!" En Hans aan zijn werk latende, vertrokken wij. De ruimte tusschen het zeestrand en den voet der lage voorgebergten was zeer groot; wij hadden een half uur te loopen voor wij den rotsmuur bereikten. Wij vertrapten ontelbare schelpen van allerlei gedaante en grootte, waarin de dieren der allereerste tijden leefden. Ik bemerkte ook verbazende schalen wier middellijn dikwijls grooter was dan vijftien voet. Zij hadden toebehoord aan die reusachtige glyptodons van het pliocenische tijdvak, waarvan de hedendaagsche schildpad slechts eene onbeduidende vertegenwoordigster is. Bovendien was de grond bezaaid met eene menigte steenachtige overblijfselen, eene soort van strandkeitjes door de golven afgerond en in opeenvolgende rijen gerangschikt. Ik kwam dus tot de opmerking, dat de zee voorheen die ruimte had bedekt. Op de verstrooide rotsen, die nu buiten haar bereik waren, hadden de golven duidelijke sporen van haar overgang achtergelaten. Dit kan eenigszins het bestaan van dien oceaan, veertig uur gaans onder de oppervlakte van den aardbol, verklaren. Maar mijns inziens moest die watermassa allengs wegzinken in de ingewanden der aarde, en was het duidelijk, dat zij voortkwam uit het water van den Oceaan, die zich een weg baande door de eene of andere scheur. Evenwel moest ik aannemen, dat die scheur thans verstopt was; want dit geheele hol of die onmetelijke vergaarbak zou anders in korten tijd vol geloopen zijn. Misschien ook was dit water, tegen het onderaardsche vuur moetende strijden, gedeeltelijk verdampt. Daaruit kon ik dan ook de wolken verklaren, die boven ons zweefden, en de vrijwording va
PREV.   NEXT  
|<   145   146   147   148   149   150   151   152   153   154   155   156   157   158   159   160   161   162   163   164   165   166   167   168   169  
170   171   172   173   174   175   176   177   178   179   180   181   182   183   184   185   186   187   188   189   190   191   >>  



Top keywords:

hadden

 

ruimte

 

scheur

 

verklaren

 

opmerking

 

golven

 

Bovendien

 

vertegenwoordigster

 

buiten

 

verstrooide


rotsen

 

bereik

 

hedendaagsche

 

achtergelaten

 

toebehoord

 

overgang

 

sporen

 

onbeduidende

 
schildpad
 

duidelijke


reusachtige

 
tijdvak
 

slechts

 

strandkeitjes

 

opeenvolgende

 

eenigszins

 

afgerond

 

waarvan

 

gerangschikt

 
pliocenische

menigte
 

bezaaid

 

voorheen

 

steenachtige

 
glyptodons
 
overblijfselen
 
bedekt
 

wegzinken

 
korten
 

geloopen


Misschien

 

anders

 

geheele

 

onmetelijke

 

vergaarbak

 

onderaardsche

 

wolken

 

zweefden

 

vrijwording

 

Daaruit