FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   193   194   195   196   197   198   199   200   201   202   203   204   205   206   207   208   209   210   211   212   213   214   215   216   217  
218   219   220   221   222   223   224   225   226   227   228   229   230   231   232   233   >>  
eder1) [1) Ik zal met u deelen] [p.254] Dat mi verleent onse here, Doer siene lieven moeder ere.1) [1) Zijn lieve Moeder ter eer] Dus bleef si met haren kinden, Ende soude gheerne1) ondervinden2) [1) gaarne 2) te weten komen] Hoet inden cloester stoet1) [1) Hoe het met het klooster ging] --"Segt mi," seitsi,1) "vrouwe goet, [1) sprak zij] Es dit covent van joffrouwen?"1) [1) Is dat een nonnenklooster?] "Jaet,"1) seitsi "bi miere trouwen2) [1) Dat is het 2) en ik geloof zeker] Dat verweent es1) ende rike [1) Dat er zeer ruim wordt geleefd] Men weet niewer1) sijns ghelike: [1) nergens] Die nonnen diere1) abijt2) in draghen, [1) die er 2) kloosterkleed] Ic hoerde nye1) ghewaghen2) [1) nooit 2) gewag maken] Van hen negheen gherochte1) [1) eenig (kwaad) gerucht] Dies1) si blame2) hebben mochten [1) waarvan 2) blaam] Beatrijs verwondert zich natuurlijk grootelijks over deze mededeeling. Zij denkt immers, dat hare schande: ter wille van een man het klooster te hebben verlaten, wijd en zijd is bekend geworden, en behoedzaam--merk hoe natuurlijk-levendig ook hier de dialoog is, en overeenkomstig de situatie--poogt zij door tegenspraak eenige opheldering van haar gastvrouw te krijgen. Zij had toch gehoord, zegt ze, dat veertien jaar geleden een non, die kosteres was, heimelijk het klooster verliet en men nooit vernam, in welk land zij leefde of gestorven was. Maar nauwelijks heeft zij dit gezegd, of haar gastvrouw wordt zeer boos en zegt, dat Beatrijs haar wel voor krankzinnig moet houden, dat zij tegenover haar zoo durft lasteren: juist die kosteres, van wie ze zoo schandelijk spreekt, is de deugdzaamste en geestelijkst-levende non van alle kloosters, die maar tusschen de Elbe en Gironde staan. Als Beatrijs het nog eenmaal mocht wagen, zoo iets te zeggen, zal ze haar de deur wijzen. Beatrijs, hier voor 'n voor haar onoplosbaar raadsel staande, verzoekt haar gastvrouw, haar de namen van vader en moeder dier voortreffelijke kosteres te noemen. En dan hoort zij--die van hare eigen ouders!--Dien nacht eenzaam op haar kamer, versmelt zij in tranen en gebed, en midden haar bidden door slaap overvallen ziet zij een visioen, en een stem spreekt,tot haar: [p.255] "Mensche, du heves1) soe langhe gecarmt2) [1) ge hebt 2) gekermd, gesmeekt] Dat Maria dijns1) ontfarmt; [1) zich over U] Want si heeft di verbeden1) [1) Zy heeft vergiffenis voor U afgebeden] Ganc
PREV.   NEXT  
|<   193   194   195   196   197   198   199   200   201   202   203   204   205   206   207   208   209   210   211   212   213   214   215   216   217  
218   219   220   221   222   223   224   225   226   227   228   229   230   231   232   233   >>  



Top keywords:

Beatrijs

 

klooster

 

gastvrouw

 

kosteres

 
hebben
 

natuurlijk

 

spreekt

 
seitsi
 

moeder

 
krijgen

schandelijk

 
lasteren
 

gehoord

 

tusschen

 
levende
 

kloosters

 

geestelijkst

 

deugdzaamste

 

houden

 

gezegd


vernam

 

Gironde

 

nauwelijks

 
leefde
 

verliet

 

gestorven

 
tegenover
 

veertien

 

krankzinnig

 

heimelijk


geleden

 

Mensche

 

heves1

 

langhe

 
bidden
 

midden

 
overvallen
 

visioen

 

gecarmt2

 
verbeden1

vergiffenis

 

afgebeden

 
ontfarmt
 

gekermd

 
gesmeekt
 

dijns1

 
tranen
 
onoplosbaar
 

wijzen

 
raadsel