FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   198   199   200   201   202   203   204   205   206   207   208   209   210   211   212   213   214   215   216   217   218   219   220   221   222  
223   224   225   226   227   228   229   230   231   232   233   >>  
zij haar aangeboren-gebedgestalte niet en al de opstrevende hemelbestormende houdingen van haar lichaam, haar hemel-indringende hoogte en blanke spits.... De klare droomen van haar vensterbeelden zijn haar tot chimaera's geworden.... En daarin, in dat donkere paleis, staat Gij nu teer te branden in uw heiligen-aureool.... Dichter, ik zeg U: ik weet niet of de zielen mijner vrienden naar U hooren, want die alle zijn deeltjes, schoone deeltjes van die kathedraal, doch kennen van wege den nacht hun waarde en schoonheid niet.... Maar ga Gij maar onverdroten [p.260] verdroten voort ook daar te branden ... wellicht, wellicht ... wie weet ... komen er eenigen tot een aanvang van zelfkennis bij uw eenzaam lichtje ... ik zal wel uw glans-blije kandelaar zijn ... ja, was dit mijn gesprek met U niet, als dat wat de vlam en de blaker samen voeren in de been en weer bevende sprankeling tusschen het glim-beschenen koper en het stralende licht?...-- * * * * * Dit was mijn gesprek met den dichter, gij waart het onderwerp, vrienden, zooals ge ziet. Beloon het met nog een weinig aandacht voor zijn slotwoord....-- Beatrijs is nu moederziel alleen in den stillen nacht kloosterwaarts getogen. Zij komt aan in denzelfden boomgaard, waar ze haar wereldschen tocht begon. Zoodra zij zich binnen de muren bevindt--de poort vond zij geopend--dankt zij Maria innig. Zij vindt alles op zijn plaats, haar kleeren en schoenen; de sleutels van de sacristie vindt zij terug voor het Onze-Lieve-Vrouwe-beeld, waar zij ze veertien jaar geleden had gehangen; zij ziet hoe alles wel verzorgd is, de lampen branden overal in de kerk; en nadat ze nu de gebedenboeken elk op zijn plaats heeft gelegd, bidt zij nog tot Maria, of Die haar en hare kinderen, die zij in zoo zwaar verdriet in het huis van een vreemde moest achterlaten, voor alle kwaad mocht behoeden. En ... maar neen, het volgende is te stemmingsvol in het oorspronkelijk dicht, dan dat ik 't U niet weer even zou overschrijven: Bin dien1) was die nacht tegaen [1) Intusschen] Dat dorloy1) begonste slaen, [1) uurwerk] Daermen middernacht bi kinde1) [1) kende] Si nam dat clocseel1) biden1) inde1) [1) 1) 1) het klokketouw bij het eind] Ende luude1) metten so wel te tide,2) [1) luidde de metten 2) op den juisten tijd] Dat sijt1) hoerden in allen siden.2) [1) zij het 2) overal] Die boven opten1) dormter2) laghen [1) op de 2) slaapzaal] Die qua
PREV.   NEXT  
|<   198   199   200   201   202   203   204   205   206   207   208   209   210   211   212   213   214   215   216   217   218   219   220   221   222  
223   224   225   226   227   228   229   230   231   232   233   >>  



Top keywords:

branden

 

overal

 

vrienden

 

deeltjes

 

wellicht

 

metten

 

plaats

 

gesprek

 
gelegd
 
kinderen

verzorgd

 

lampen

 
gebedenboeken
 

veertien

 

schoenen

 

bevindt

 

sleutels

 
sacristie
 

kleeren

 
geopend

binnen

 
gehangen
 

geleden

 

Vrouwe

 

klokketouw

 

luude1

 

biden1

 

clocseel1

 

kinde1

 

luidde


dormter2
 

opten1

 
laghen
 

slaapzaal

 

juisten

 

hoerden

 

middernacht

 

Daermen

 

behoeden

 

volgende


stemmingsvol

 

oorspronkelijk

 

verdriet

 

vreemde

 

achterlaten

 

Zoodra

 
dorloy1
 

Intusschen

 

begonste

 

uurwerk