bbele hoeveelheid
schoonheid moet bezitten. Zoo schrijft hij dan in 1837 zijn eerste drama
_Kong Sverres Ungdom_ (De Jeugd van Koning Sverre), waarvan de inhoud
deze is, dat de koning, die een meisje in den steek gelaten heeft, door
haar op listige wijze tot wanhoop wordt gebracht, wanneer zij door eene
intrigue weet te bewerken, dat zij voor zijne oogen vermoord wordt. Een
historischen achtergrond heeft dit avontuur niet, en in het bekende
karakter van koning Sverre is ook niets, dat aanleiding geeft, om hem
zoo'n afgrijselijke meisjesgeschiedenis toe te dichten; het avontuur kon
dan ook even goed met Andreas Munch gebeurd zijn als met koning Sverre.
Maar door dezen historischen naam krijgt de sentimenteele fabel een
historisch tintje. Het is slechts uit de litteraire armoede van den tijd
te verklaren, dat Munch een tiental jaren over den Noorschen parnassus
een soort heerschappij oefende. In meer dan een genre had hij volstrekt
niemand naast zich. Munch is echter oud geworden en heeft het ongeluk
gehad, zijn roem te overleven, ofschoon hij tot het laatst is
doorgegaan, het eene boek na het andere uit te geven. Hij stierf in 1884
op 73-jarigen leeftijd.
De jongere generatie liet Munch niet met rust. Reeds zijn aan de
Engelsche geschiedenis ontleende tragedie _William Russel_ (1857) werd,
ofschoon het publiek verrukt was, door de kritiek met zeer gemengde
gevoelens ontvangen. Ibsen prees het stuk in een uitvoerige bespreking
(Saml. Vaerker X, 381), maar de later beroemde historicus Ernst Sars,
toen jong student, was van een ander oordeel, en dat oordeel is
merkwaardigerwijze ook door Ibsen vereeuwigd in _Kaerlighedens Komedie_,
waar hij een bekrompen dame, Froken Skaere, haar verontwaardiging laat
uiten over een student, die zoo laag, zoo onbeschoft, zoo gemeen was, om
zelfs _William Russel_ te critiseeren. Het stuk wordt hier dus
voorgesteld als de norm van het schoone bij een geslacht van geestelijke
plebejers.
Nog grooter tegenspoed had Munch met de tragedie _Hertug Skule_, die in
1864 het licht zag. Want het ongeluk wilde, dat kort te voren Ibsen's
_Kongsemnerne_ was verschenen, waarin dezelfde Skule de held was. De
vergelijking was doodend;--hiermee had het aanvoerderschap van Munch in
de Noorweegsche letterkunde een einde.
Het historisch drama is dus in Noorwegen ouder dan de volksromantiek in
al haar schakeeringen. Wanneer het toch zijn hoogtepunt later bereikt
dan deze, dan is de oorzaak, dat het eene late
|