FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   146   147   148   149   150   151   152   153   154   155   156   157   158   159   160   161   162   163   164   165   166   167   168   169   170  
171   172   173   174   175   176   177   178   179   180   181   182   183   184   185   186   187   188   189   190   191   192   193   194   195   >>   >|  
insgelijks, maar de duivel kwam niet terug. Doch Katelijne wanhoopte niet. Soetkin werkte niet meer; zij stond gedurig bij het vuur, gebogen en kuchende. Nele gaf heur de beste en geurigste kruiden; maar dat alles kon niet baten. Uilenspiegel ging de hut niet meer buiten, uit vreeze dat Soetkin onderwijl stierf. Vervolgens kon zij niet meer eten of drinken zonder over te geven. De chirurgijn-baardemaker kwam en deed heur eene lating; en toen was zij zoo zwak, dat zij van heure bank niet meer kon opstaan. Eindelijk, uitgeteerd van verdriet en van smert, sprak zij op een avond: --Klaas, mijn man! Thijl, mijn zoon! Dank, de Heere neemt mij tot zich! En zij blies den laatsten ademtocht uit. Katelijne dorst bij heur niet waken, daarom deden Uilenspiegel en Nele het getweeen, en heel den nacht baden zij voor de arme ziele. Bij de ochtendschemering vloog een zwaluw het open venster binnen. ---De vogel der zielen, sprak Nele, dat is een goed teeken: Soetkin is in den hemel. De zwaluw vloog driemaal rond de kamer en verdween met een schellen kreet. Vervolgens kwam een andere zwaluw binnen, grooter en zwarter dan de eerste. Zij vloog rondom Uilenspiegel en deze sprak: --Vader en moeder, de assche klopt op mijne borst, ik zal doen wat gij vraagt. En de tweede zwaluw vloog kwetterend heen als de eerste. De oosterkim verbleekte. Uilenspiegel zag duizenden zwaluwen rakelings over de weide vliegen, en de zonne rees op. En Soetkin werd op het armenveld begraven. LXXXIV. Sedert Soetkin's dood, liep Uilenspiegel droomend, treurig of grammoedig de keuken op en neer; hij luisterde niet meer, at en dronk wat men hem voorzette, zonder zelf iets te nemen. En dikwijls stond hij 's nachts op. Te vergeefs sprak de zoete stem van Nele hem moed in, te vergeefs zeide Katelijne hem, dat zij wist dat Soetkin bij Klaas in den hemel was; steeds antwoordde Uilenspiegel: De assche klopt. En hij geleek een waanzinnige en Nele weende als zij hem zoo naargeestig zag. En de vischverkooper bleef alleen in zijn huis als een vadermoorder, en dorst slechts 's avonds buitenkomen; want de mannen en vrouwlieden die hem zagen, jouwden hem uit en heetten hem moordenaar, en de kleine kinderen vluchtten voor hem, daar men hun gezegd had, dat hij de hangman was. En geschuwd door een iegelijk, dwaalde hij eenzaam in 't ronde, zonder eene taveerne te durven binnengaan; want men wees er hem met den vinger, en, al bleef hij
PREV.   NEXT  
|<   146   147   148   149   150   151   152   153   154   155   156   157   158   159   160   161   162   163   164   165   166   167   168   169   170  
171   172   173   174   175   176   177   178   179   180   181   182   183   184   185   186   187   188   189   190   191   192   193   194   195   >>   >|  



Top keywords:

Soetkin

 

Uilenspiegel

 

zwaluw

 

Katelijne

 
zonder
 

vergeefs

 

Vervolgens

 
assche
 

binnen

 
eerste

voorzette

 
luisterde
 

Sedert

 

rakelings

 
vliegen
 

zwaluwen

 

duizenden

 

kwetterend

 

oosterkim

 

verbleekte


droomend

 

treurig

 

grammoedig

 
dikwijls
 

armenveld

 

begraven

 
LXXXIV
 

keuken

 

waanzinnige

 

vluchtten


gezegd

 

kinderen

 

kleine

 

jouwden

 
heetten
 

moordenaar

 
hangman
 

taveerne

 

binnengaan

 
eenzaam

dwaalde

 

geschuwd

 
iegelijk
 

vrouwlieden

 
steeds
 

antwoordde

 
geleek
 
durven
 

vinger

 
weende