FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   152   153   154   155   156   157   158   159   160   161   162   163   164   165   166   167   168   169   170   171   172   173   174   175   176  
177   178   179   180   181   182   183   184   185   186   187   188   189   190   191   192   193   194   195   196   197   198   199   200   201   >>   >|  
e Dood uit het Leven en het Leven uit den Dood komt. En uit heel de wemelende, dichte, verwarde menigte van geesten steeg een gedruisch op, dat leek op het dof gerol van een verren donder en het gerucht van honderden wevers, vollers, slotenmakers, die samen aan den arbeid zijn. Plotseling verschenen de geesten van het levenssap; zij waren kort, dik, met lendenen zoo breed als het Heidelbergsche vat, dijen zoo dik als wijnmudden, en spieren zoo forsig en sterk, dat men zou gezegd hebben dat hun lichaam gemaakt was van groote en kleine eieren, het een op het andere, met een rood vel overdekt, vettig en blinkend als hun dunne baard en rossig haar; en in de handen hielden zij groote bekers met een vreemdsoortig vocht. Als de geesten ze zagen komen, ontstond er onder hen een groote trilling van vreugde; boomen en planten bewogen zich en de aarde scheurde open om te drinken. En de geesten van het levenssap schonken wijn: terstond begon alles te botten, te groeien, te bloeien; het gras was vol gonzende diertjes, en de lucht vol vogels en pepels; de geesten schonken voort, en die van beneden ontvingen den wijn zooals zij konden: de bloemenmaagden openden den mond, of sprongen op heur rosse schenkers en kusten ze, om meer te krijgen; de eenen vouwden de handen smeekend te zamen; anderen zaten stille en lieten zich met wijn beregenen; doch allen, zoo dorstigen als gelaafden, zochten den wijn en bij elk dropje dat zij kregen, werden zij levendiger. En daar waren geene grijsaards, doch allen, schoonen of leelijken, waren vol vinnige kracht en levende jeugd. En zij lachten, riepen, zongen, terwijl zij elkander achtervolgden in de boomen als eekhorentjes, in de lucht als vogelen; en elke man zocht zijn wijfje en verrichtte onder Gods hemel het heilige werk der natuur. En de geesten van het levenssap brachten aan den koning en aan de koningin een grooten beker wijn. En de koning en de koningin dronken, en kusten elkander. Vervolgens omhelsde de koning de koningin, en hij stortte den beker uit op boomen, bloemen en geesten, en riep: --Glorie aan het Leven! glorie aan de vrije Lucht! glorie aan de Kracht! En allen riepen: --Glorie aan de Natuur! glorie aan de Kracht! En Uilenspiegel nam Nele in zijne armen. Aldus ineengestrengeld, begon een dans, als een warreldans van droge bladeren in de macht eener windhoos, in denwelke alles in beweging was, boomen, planten, insecten, vlinders, hemel en aarde, koning en kon
PREV.   NEXT  
|<   152   153   154   155   156   157   158   159   160   161   162   163   164   165   166   167   168   169   170   171   172   173   174   175   176  
177   178   179   180   181   182   183   184   185   186   187   188   189   190   191   192   193   194   195   196   197   198   199   200   201   >>   >|  



Top keywords:

geesten

 

boomen

 
koning
 

levenssap

 
glorie
 

groote

 
koningin
 

planten

 
riepen
 

elkander


kusten

 
schonken
 

handen

 
Glorie
 
Kracht
 

werden

 

dropje

 

Natuur

 

vlinders

 

kregen


ineengestrengeld
 

insecten

 
grijsaards
 
levendiger
 

zochten

 
smeekend
 

anderen

 

vouwden

 

krijgen

 
stille

dorstigen
 

gelaafden

 
schoonen
 

Uilenspiegel

 

lieten

 
beregenen
 

natuur

 

bladeren

 

denwelke

 

heilige


brachten

 

windhoos

 

omhelsde

 

stortte

 

Vervolgens

 
dronken
 

grooten

 

verrichtte

 

wijfje

 
warreldans