FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   189   190   191   192   193   194   195   196   197   198   199   200   201   202   203   204   205   206   207   208   209   210   211   212   213  
214   215   216   217   218   219   220   221   222   223   224   225   226   227   228   229   230   231   232   233   234   235   236   237   238   >>   >|  
n woorden geloof te slaan, wanneer ik u als man van eer verklaar, dat ik de Juffer, met wie ik mij toen bevond, geheel bij toeval heb ontmoet, dat zij mij niets is, en dat er tusschen haar en mij geene andere betrekking bestaan heeft, dan die de gestrengste zedelijkheid zoude kunnen veroorloven? Ware dit anders, zou ik dan schaamteloos genoeg zijn geweest om dit gesprek te beginnen? Had ik niet veeleer gezwegen en gebloosd?" "Mijnheer!" hernam zij, na eenige oogenblikken zwijgens: "er rustte hoegenaamd geen verplichting op u, mij rekenschap van uwe daden te geven. Het is waar, men heeft mij verteld ... ik heb gedacht ... om 't even wat. Ik beken, ik heb u niet beleefd behandeld..., en dat was verkeerd van mij, ik verzoek verschooning daarvoor." "In 's hemelsnaam!" riep ik verheugd uit: "spreek toch niet van verschooning vragen, de schijn was tegen mij ... en ik ben het, die u vergiffenis moet afsmeeken voor de onbescheidenheid, waaraan ik mij heb schuldig gemaakt." "Welaan!" zeide zij, met een bekoorlijken glimlach, "dan zullen wij ons maar over en weer _quitte_ rekenen en over dat lastige geval niet meer denken." "Gij geeft mij het leven weder," riep ik: en tevens de lieve hand aanvattende, waarmede zij zich steelsgewijze de oogen had afgedroogd, drukte ik er een eerbiedigen kus op. "Ei zoo!" riep Suzanna, die huppelende en in de handen klappende kwam aangeloopen: "uit welk land hebt gij die manieren medegebracht?" "Wel Santje!" zeide Henriette, rood wordende: "ik dacht, dat gij nooit terug zoudt komen." "Hoort gij, Broertje!" zeide Suzanna: "gij schijnt het talent nog niet te bezitten om iemand den tijd kort te doen vallen." "Wie zegt, dat Mejuffrouw mij vergunnen wil, zulks te beproeven," zeide ik lachende. Suzanna keek mij zijdelings aan en trok uit de opgeruimdheid van mijn gelaat de juiste gevolgtrekking, dat ik naar wensch geslaagd was: terwijl zij hiervan nog nader de zekerheid bekwam, toen zij op onze verdere wandeling bespeurde, dat Henriette een zeer minzamen toon jegens mij aannam, als wilde zij haar koelheid van dien morgen weder goedmaken. Wat mij betrof, ik was door dezen aangenamen omkeer zoo verrast en gevoelde mij zoo innerlijk gelukkig, dat ik er stil van werd en mij zelfs kwalijk verdedigde tegen de plagerijen van Suzanna, die mij beschuldigde een druiloor te zijn, en een zeer slecht gezelschap voor jonge dames. Ik begon op het laatst zelf te gelooven, dat zij gelijk had, en dat
PREV.   NEXT  
|<   189   190   191   192   193   194   195   196   197   198   199   200   201   202   203   204   205   206   207   208   209   210   211   212   213  
214   215   216   217   218   219   220   221   222   223   224   225   226   227   228   229   230   231   232   233   234   235   236   237   238   >>   >|  



Top keywords:

Suzanna

 

Henriette

 

verschooning

 

Broertje

 
schijnt
 

talent

 

vergunnen

 
Mejuffrouw
 

bezitten

 
iemand

vallen

 
handen
 

klappende

 

aangeloopen

 
huppelende
 

afgedroogd

 

drukte

 

eerbiedigen

 

wordende

 

manieren


medegebracht

 

Santje

 

wensch

 
gevoelde
 

verrast

 

innerlijk

 
gelukkig
 

omkeer

 

aangenamen

 

goedmaken


betrof

 

kwalijk

 

laatst

 

gelijk

 
gelooven
 

gezelschap

 
plagerijen
 

verdedigde

 

beschuldigde

 
druiloor

slecht

 

morgen

 
juiste
 

gelaat

 
gevolgtrekking
 

terwijl

 
geslaagd
 
opgeruimdheid
 

lachende

 
zijdelings