FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   >>  
wam vol moeds ter bane, en had zijn eerste trouw Gehoorzaamheid en eer en eed en al vergeten, Te heilloos en verwaand op God en ons gebeten. Het groeide snel, en wies gelijk een halve maan. Het wet zijn punten, zet twee horens op ons aan, Gelijk 't gestarrent van den Stier de hemeldieren En andre monsters, die rondom hem henezwieren, Met gouden hoornen dreigt. De rechte horen wordt Vorst Belzebub, opdat hij ons de vleugels kort', En zijne wacht betrouwd; Vorst Belial de slinken. Men ziet hen beide om strijd in hunne rusting blinken. De Stedehouder, nu Veldmaarschalk tegens God, Verzekerde den buik des legers, om het slot, Der regementen knoop, in 't midden te bewaren. De trotsche standerd, daar de dag scheen op te klaren Uit zijne morgenstar, werd van Apollion Gehandhaafd, achter hem, zoo moedig als hij kon, In zijnen vollen krits, omhoog ten toon gezeten[15]. RAFAEL: Helaas! wat durf, wat durf d'Aartsengel zich vermeten! Och, of ik hem bijtijds tot afstand had gebrocht! Beschrijf me niettemin het aanzicht van dien tocht, En in wat schijn de Vorst de benden kwam geleien. URIEL: Omringd van zijn staffiers en groene livereien[16], Hij, wreevlig aangevoerd van onverzoenbren wrok[17], In 't gouden pantser, dat, op zijnen wapenrok Van gloeiend purper blonk en uitscheen, steeg te wagen Met gouden wielen, van robijnen dicht beslagen. De Leeuw en felle Draak, ter vlucht gereed en vlug[18], Met starren overal bezaaid op hunnen rug, In 't parelen gareel, gespannen voor de wielen. Verlangden naar den strijd, en vlamden op 't vernielen, De heirbijl in de vuist; de scheemrende rondas[19], Waarin de morgenstar met kunst gedreven was, Hing aan den slinken arm, gereed de kans te wagen. RAFAEL: O Lucifer! gij zult dien hoogmoed u beklagen. Gij fenix[20] onder al wat God daarboven looft! Hoe steekt gij, onder 't heir, zoo fier met hals en hoofd, En helm, en schoudren uit! Hoe heerlijk past u 't wapen, Als waar 't naturelijk uw wezen aangeschapen[21]! O, hoofd der Engelen, niet hooger: keer weerom[22]! URIEL: Zoo stonden zij gekant en slagree, drom bij drom, Een ieder op zijn lucht en hoefslag[23], en bij rijen Gesnoerd aan hun gezag[24], om 't schoonst van wederzijen; Wanneer de dolle trom[25] en klinkende trompet Zich mengen; het geluid geweer en handen wet[26], En steigert in den trans van 't heilig licht der lichten; Een klank, waarop terstond een zwangre wolk van schichten[27] Geborsten, slag op slag, ee
PREV.   NEXT  
|<   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   >>  



Top keywords:

gouden

 

slinken

 

morgenstar

 

gereed

 

wielen

 

RAFAEL

 

zijnen

 

strijd

 

schichten

 

zwangre


gedreven
 

rondas

 

Waarin

 
scheemrende
 
uitscheen
 
lichten
 

beklagen

 
hoogmoed
 

terstond

 

Lucifer


waarop

 

heirbijl

 

starren

 

overal

 

bezaaid

 

robijnen

 

Geborsten

 

beslagen

 

vlucht

 

hunnen


vlamden
 
vernielen
 
Verlangden
 

parelen

 

gareel

 

gespannen

 

daarboven

 

gekant

 
slagree
 
klinkende

trompet

 

stonden

 
mengen
 

geluid

 
weerom
 

Gesnoerd

 
wederzijen
 

schoonst

 

Wanneer

 
hoefslag