het hoofd verpletten zult,
't Vervallen menschdom eens van Adams errefschuld
Verlossen, t'zijner tijd, en weer, voor Eva's spruiten,
Een schooner Paradijs hierboven opensluiten;
Wij tellen d'eeuwen, en het jaar, en dag en uur,
Dat uw gena verschijn'; de kwijnende Natuur
Herstell', verheerelijke, in lichamen en zielen;
Stoffeerende den troon, daar d'Engelen uit vielen.
Noten:
[1] _van den grond tot op de kruin der Aartspaleizen_: de hemel was
verdeeld in een aantal kringen, bogen, sferen, (_Voorwoord_), hier
gedacht als _verdiepingen_. _Aartspaleis_: Opperst paleis.
[2] _En scheppen nieuwe zonnen_, nl. in hun schittering en weerkaatsing.
[3] _de horens kant_: scherpt, punt. _De horens_, in gelijkenis met
stootende stieren.
[4] _Wat legt ge al prijzen in_: hoeveel prijzen verzekert ge u niet,
vergelijk "wat legt gij een eer in".
[5] _eerste tocht_: strijd.
[6] URIEL. Vondel, zoomin als een der klassieke dichters, laat ooit een
strijd, _zien_, maar beschrijft hem. Want hen dramatische kunst is
allereerst die van het woord en niet van de reeel uitgebeelde handeling.
Dat dit in dit geval juister is dan de Shakesperiaansche methode om wel
dien strijd ten tooneele te brengen, behoeft geen betoog. Er zou van de
grootschheid der hier nu volgende hemelsche worsteling niets terecht
komen, als we haar in werkelijkheid moesten zien, en niet het beeld
ervan in Vondels vers. (Zie ook Inleiding tot V.'s Dramatiek).
[7] _t' ontvouwen op een rij_: achtereenvolgens uiteen te zetten.
[8] _tegens 't hoog gebied_: tegen d'oppermacht.
[9] _op 't aanstaan_: op 't aandringen.
[10] _in Gods naam_: Natuurlijk niet in onzen alledaagschen zin van:
"omdat hij 't niet laten kon", maar: "in naam des Heeren".
[11] _op 't luchtig ruim ... te vagen_: het schuim leeft op het ruim en
daarvan moet het weggevaagd worden.
[12] _Al dit spook_: al dit gespuis.
[13] _brommen_. Hier: "zich luidruchtig aanstellen, gereed maken.
--_Driekantig heir_. Het leger van Michael vormt dus een driehoek; dat van
Lucifer neemt den slagorde-vorm aan van een Halve Maan. Dr. Cramer ziet
in het eerste een toespeling op de heilige Drieeenheid; en in laatste
een op de Turken. Het schijnt inderdaad die eerste opvatting te
bevestigen, doch het volgend verhaal van Uriel doet vermoeden dat Vondel
eer alleen aan het Sterrebeeld van den Stier dan aan de Turken gedacht
heeft, ook al wordt er even van de halve Maan gerept.
[14] _Werd van Apollion geha
|