FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   >>  
r fel, De dappre Michael Weet den brand met zijn hand uit te blusschen, Te straffen dien rebel. Hij handhaaft Gods banier; Bekranst hem met laurier. Dit paleis groeit in peis en in vrede: Geen tweedracht hoort men hier. Nu zingt de Godheid lof, In 't onverwinbaar hof! Prijs en eer zij den Heere aller Heeren! Hij geeft ons zingens stof. MICHAEL: Geloofd zij God! de Staat hier boven is veranderd. D'Aartsvijand[65] leit er toe. Hij laat ons zijnen standerd, En morgenstar en helm en vanen en rondas, Dien afgejaagden roof[66], aan 's Hemels heldere as, Met juichen en triomf en eere en lofgezangen, Bazuinen en trompet, ten klaren spiegel hangen Van wederspannigheid en Staatzucht, die de kam Verheffen tegens God, den onverzetbren stam En oorsprong en de bron en Vader aller dingen, Die wezen en natuur en eigenschap ontvingen. Men zal niet meer den glans der Oppermajesteit Bezwalkt zien door den damp van snoode ondankbaarheid. Zij zwerven in de lucht, en tuimelen en woelen, Heel diep beneden ons gezicht en deze stoelen, Beneveld en verblind en ijselijk misvormd. Zoo moet het gaan, die God en zijnen stoel bestormt. REI: Zoo moet het gaan die God en zijnen stoel bestrijden, Den mensch, naar 't Hemelsch beeld geschapen, 't licht benijden. GABRIEL. MICHAEL. REI. GABRIEL: Helaas, helaas, helaas! hoe is de kans gekeerd! Wat viert men hier? 't Is nu vergeefs getriomfeerd; Vergeefs met wapenroof en standerden te brallen. MICHAEL: Wat hoor ik, Gabriel? GABRIEL: Och, Adam is gevallen; De vader en de stam van 't menschelijk geslacht Te jammerlijk, te droef alree ten val gebracht. Hij leit er toe[67]. MICHAEL: Dat is een donderslag in d'ooren. Al ijze ik, mij verlangt die nederlaag te hooren. Heeft dan 't verwaten Hoofd het aardrijk ook bestreen? GABRIEL: Hij rukte, na den slag, 't verstrooide heir bijeen, Doch eerst zijn Oversten, die voor elkandre gruwen[68]; En zette zich, om 't licht van 't alziende oog te schuwen, In een holle wolk, een duistre moordspelonk Van neevlen, daar geen vier dan uit hun blikken blonk; En, midden in den ring des helschen Raads gezeten, Hief uit zijn zetel aan, te helsch op God gebeten: "Gij machten, die zoo trotsch voor ons' gerechte zaak Dien afbreuk hebt geleen; nu is het tijd om wraak Te nemen van ons
PREV.   NEXT  
|<   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   >>  



Top keywords:

MICHAEL

 

GABRIEL

 

zijnen

 

helaas

 

jammerlijk

 

gebracht

 

donderslag

 

brallen

 

Helaas

 

benijden


gekeerd
 

geschapen

 

bestrijden

 
mensch
 
Hemelsch
 
vergeefs
 

gevallen

 
menschelijk
 

Gabriel

 

Vergeefs


getriomfeerd

 

wapenroof

 

verlangt

 

standerden

 

geslacht

 

bijeen

 

helschen

 

gezeten

 

midden

 

blikken


helsch
 
afbreuk
 
geleen
 

gerechte

 

gebeten

 

machten

 

trotsch

 

neevlen

 
verstrooide
 
bestreen

hooren

 

verwaten

 
aardrijk
 

Oversten

 
schuwen
 

duistre

 
moordspelonk
 

alziende

 

gruwen

 
elkandre