FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   4   5   6   7   8   9   10   11   12   13   14   15   16   17   18   19   20   21   22   23   24   25   26   27   28  
29   30   31   32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   >>   >|  
chip der woestijn te zien voorbijgaan. De bekoring ligt waarlijk niet in het uiterlijk van het dier, noch in zijne afmetingen, noch in zijn onhoorbaren stap; neen, maar de woestijn omhult den kameel met al haar geheimenissen, en hem aanschouwende denken wij aan die geheimenissen. De kameel, die juist uit de wadi kwam, mocht gerust aanspraak maken op het gewone eerbewijs. Zijn kleur en hoogte, zijn breede voet, zijn forsche bouw, zijn slanke, sierlijke nek, zijn kop, zijn stap, lang en veerkrachtig, zijn tred, zeker en onhoorbaar, alles kenmerkte den afstammeling van een oud Syrisch geslacht. Toen de kameel uit de wadi te voorschijn trad was hij de grens van El Belka, het oude Ammon, overgegaan. Het was nog vroeg in de morgen. De zon ging juist op, half omsluierd door een wazigen mist. Voor hem lag de woestijn, niet het gebied van het welzand, dat was verderop; maar de regionen, waar de plantengroei minder begint te worden, en de grond bezaaid is met blokken graniet en grijze en bruine steenen, waartusschen hier en daar een kwijnende acacia zich omhoog werkt en enkele toefjes gras opschieten. Eiken, braamstruiken en haagappelboomen lagen achter hem, alsof zij, tot een zeker punt genaderd, door een blik op die dorre woestenij van schrik verstijfd waren gebleven. Hier ook hield de begane weg op. Maar dat hinderde den kameel niet. Alsof hij een innerlijken drang gehoorzaamde, ging hij met versnelden pas op den oostenlijken horizon toe. De wijd geopende neusgaten dronken gretig het frissche morgenwindje in. Leeuwerik en rotszwaluw ontplooiden hunne vleugels, en witte patrijzen, opgejaagd door den vreemden bezoeker, maakten zich piepend en klokkend uit de voeten. Ter rechterzijde verhieven zich de heuvels van den Jebel. Boven hun hoogste toppen zweefde een gier op breed uitgespreide vlerken in steeds wijder wordende kringen. Van dit alles zag de bewoner der tent echter niets; zijne oogen staarden droomerig vooruit. Berijder en kameel beiden gaven den indruk, dat zij geleid werden. Zoo ging het twee uren voort. Gedurende al dien tijd bleef de reiziger in dezelfde houding liggen en keek niet rechts of links. Het landschap was intusschen van voorkomen veranderd. Van den Jebel zag men nog slechts aan den westelijken horizon de flauwe omtrekken. Hier en daar lagen enkele groote bazaltsteenen, als voorposten, om de vijandige machten in bedwang te houden. Zand, niets dan zand was wat het oog ontwaarde, somtijds effen als aa
PREV.   NEXT  
|<   4   5   6   7   8   9   10   11   12   13   14   15   16   17   18   19   20   21   22   23   24   25   26   27   28  
29   30   31   32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   >>   >|  



Top keywords:

kameel

 

woestijn

 

enkele

 

horizon

 

geheimenissen

 

heuvels

 

wordende

 

kringen

 

verhieven

 

rechterzijde


steeds

 

wijder

 

uitgespreide

 

zweefde

 

vlerken

 

toppen

 

hoogste

 

rotszwaluw

 
geopende
 

neusgaten


dronken

 
frissche
 

gretig

 

oostenlijken

 

innerlijken

 

gehoorzaamde

 

versnelden

 

morgenwindje

 

Leeuwerik

 
bezoeker

vreemden
 

maakten

 

piepend

 

voeten

 
klokkend
 
opgejaagd
 
patrijzen
 

ontplooiden

 
vleugels
 

werden


omtrekken

 

flauwe

 

groote

 

bazaltsteenen

 

voorposten

 

westelijken

 

slechts

 

intusschen

 

landschap

 

voorkomen