angs ge traadt zijn mijlen ver verwijderd van het ernstig
en mooi strijdend en strevend leven onzer dagen. Maar, zeg mij, is het
niet eens goed weer te rusten en langs de wijd-overhemelde, eenzame
wegen te gaan ... daar het u is of de onzichtbare landwind zichtbaar
worden zal, zoo neerneigend en opvluchtend speelt dat neuriende wezen om
u, en is immers met u alleen nu, die het wonder niet zult beklappen, op
dien stillen weg.... En hier is weer de klare vaart en het verre weiland
aan de overzijde.... En uw stok jaagt zachtkens zand op, gelijk gij uw
herinneringen....
[p.46] Maar ik bidde u: laat ons nooit, bij geen enkele ontmoeting, het
oude heertje met de impertinente spotoogjes achter het klare brilletje
zijn.... Waarom zouden wij onzen weemoed bedekken? Onzen weemoed om het
verloren jeugdige, struisch-natuurlijke en primitieve van ons zoo
verwikkeld en streng geworden leven....
April '13.
* * * * *
[p.47] MAURITS WAGENVOORT: HET STIJFHOOFDIGE BRUIDSPAAR
Roman uit den tijd der O.-I. Compagnie.
De schrijver van dit werk heeft nauwlettend zorg gedragen, door zekere
kleine stijlwendingen, een soort van wellevend, deftig, soms
gedempt-grappig vragen-en-antwoorden-spel met zijne lezers, zijn boek
vooral tot een verhaal te maken, een verhaal, gedaan op 'n
joviaal-hoofschen, hier ietwat peinzend-weemoedigen, daar weer
oolijk-schertsenden trant. Mij dunkt, hij wenscht zijn lezers vooral de
illusie van een persoonlijk contact tusschen hen en zich te suggereeren.
En voorts meen ik, dat hem niets zoo zeer verdrieten zou als te moeten
vernemen, dat hij hun dat door hem beschreven verleden van de Edele
Compagnie tot een waarlijk levend heden gemaakt, en hun dus ook de
daaruit noodwendig voortvloeiende emoties veroorzaakt had. In 's hemels
naam, zou hij, geloof ik, zeggen, u moet dat allemaal zoo zwaar niet
opnemen; wat voorbij is, is voorbij, vooral niet te diep er op
ingaan.... En wellicht nog eventjes, onder het droomerig neerkijken op
het vuurpuntje van zijn sigaar, er philosopheerend aan toevoegen, dat
het leven nu eenmaal zoo is, alles ups and downs, he, heden ik, morgen
gij.... Maar onderwijl stiekumpjes-spijtig in zich-zelf denken: wel,
wel, nou heb ik 't toch nog niet luchtig genoeg gedaan! Want deze
beminnelijke en fijne verteller had geen andere bedoeling dan zijn
toehoorders precies zoo licht-weemoedig te stemmen en precies zoo guitig
weer op te vroolijken, dat noch we
|