The Project Gutenberg EBook of Redevoeringen, by Hendrik Conscience
This eBook is for the use of anyone anywhere at no cost and with
almost no restrictions whatsoever. You may copy it, give it away or
re-use it under the terms of the Project Gutenberg License included
with this eBook or online at www.gutenberg.net
Title: Redevoeringen
Author: Hendrik Conscience
Release Date: February 21, 2004 [EBook #11207]
Language: Dutch
Character set encoding: ASCII
*** START OF THIS PROJECT GUTENBERG EBOOK REDEVOERINGEN ***
Produced by Joris Van Dael and PG Distributed Proofreaders
HENDRIK CONSCIENCE
REDEVOERINGEN
REDEVOERING
UITGESPROKEN OP HET GRAF VAN VAN BREE, IN ZIJN LEVEN BESTIERDER DER
KONINKLIJKE ACADEMIE VAN ANTWERPEN (1839).
Mijne Heeren!
Het is met een ontroerd hart en met treurnis in de ziel, dat ik hier bij
den boord van het nijdige graf, eenen heiligen plicht kom vervullen;
niet alleen omdat mijne kunstgenooten, door mijne zwakke stem, hunne
laatste hulde van dankbaarheid aan den afgestorven meester willen
bewijzen; niet alleen omdat in mijnen boezem ook een kunstenaarsharte
slaat; maar het is tevens ter gedachtenis van een groot man, dien ik
achtte en beminde; en ik gevoel bij deze plechtigheid zulke diepe
droefheid als bij het eeuwig vaarwel eens vriends,--want hij, Van Bree,
heeft veel bijgedragen tot den roem van mijn vaderland.
Het is hij, wiens levenloos lichaam daar, in den eindeloozen slaap, voor
eeuwig rust, die de schitterende kunstkroon met zijne machtige hand
weder op het hoofd van Belgie vestigde, wanneer deze haar ging
ontvallen. Ja, er was een tijdstip, en dit wel gedurende de laatste
jaren des grooten schilders Herreyns, dat wij onzen voorrang op andere
volkeren der wereld schenen te moeten verliezen. Er leefden nog wel
goede schilders; doch de verrukkende kunst van Rubens was onder ons
verzwakt; de Vlaamsche school verloor haren luister, en wellicht zouden
wij verplicht geworden zijn, van den vreemde de geheimen der kunst te
gaan afleeren.
Maar de werkzame, de krachtvolle Van Bree ontstak opnieuw het bijna
uitgedoofde vuur. Met onvermoeiden arbeid, ja met drift stortte hij zijn
eigen vernuft in jongere harten. De kennis van het verhevene schoon der
oudheid, welke hij zoo diep bezat, deelde hij mildelijk uit; en
waarlijk, hij deed meer dan men van eenen mensch verwachten mag: hij
verzuimde zijne eigene grootheid en faam, om anderen het vuur der
|