het
dier verdwenen. Honderden, die te laat kwamen, blijven in vertwijfeling
op de bloedige plaats staren, waar anderen verkwikking vonden, en rukken
zich de haren uit het hoofd, omdat zij bij het wellustig feestmaal niet
mochten tegenwoordig zijn!
Och, genoeg, genoeg! Het hart scheurt bij het gezicht van zooveel
lijden. Ontvluchten wij dit afgrijselijk oord; keeren wij terug naar
streken, waar men het gevoel des doods en der verkwijning zoo niet met
de lucht inademt. Wij zullen onder eenen klaarderen hemel tranen storten
over het lot onzer broederen....
* * * * *
Mijnheeren en mevrouwen, welke ook de gedachte zij, die Gij u tot heden
over den nood in Vlaanderen gevormd hebt, toch zult gij wellicht het
tooneel, dat ik u voorschetste, aanzien als te zeer overdreven en de
waarheid voorbijloopend. Gave God, dat dit vermoeden gegrond ware! Maar,
eilaas, het is zoo niet. Mijn woord is integendeel niet machtig genoeg,
om u het tafereel van Vlaanderens ellende in al zijne akeligheid voor
oogen te stellen.--Het is waar, dat de hongersnood het bloed van
Artevelde in de aderen zijner zonen ontsteekt en bederft; het is waar,
dat het nageslacht van De Coninck, van Breydel, van Borluut als een hoop
hongerige wolven over de velden dwaalt en het rapenloof als eene
lekkernij verslindt; het is waar, dat gansche dorpen bijna uitgestorven
zijn; het is waar, dat men hondenvleesch verkoopt; het is waar, dat
niet verre van ons, te midden van ons schoon en rijk vaderland, eene
gansche bevolking verkwijnt en in het graf zinkt!...
Wat gedaan in zulken onmeetbaren nood? Wat mag Vlaanderen nog redden?
Wie kan die nedergeslagene, die zieltogende natie krachten verleenen om
betere dagen te gemoet te zien?
Zouden wij de hoop gansch uit onze harten laten vervliegen en met
eenigen onzer landgenooten voor alle antwoord zeggen:--_de Dood_? Neen,
neen, gansch Belgie heeft geroepen:--_Weldadigheid_! Weldadigheid zal
Vlaanderen steunen, totdat de morgenstond der redding de kim verlichte!
O, wat is het schoon, eene geheele bevolking, zonder onderscheid van
taal of afkomst, tegen den vreeselijken hongersnood te zien kampen, met
de heilige wapenen der menschenliefde, en der barmhartigheid! Te zien,
hoe stramme priesters den reisstok in de hand nemen, en als ware beelden
van hunnen goddelijken meester zich over het vaderland verspreiden, om
erbarming te roepen over hunne lijdende schapen! Hoe de Belgische
vrouwen,--e
|