FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   391   392   393   394   395   396   397   398   399   400   401   402   403   404   405   406   407   408   409   410   411   412   413   414   415  
416   417   418   419   420   421   422   423   424   425   426   427   428   429   430   431   432   433   434   >>  
aring, en meester Arnold zette met ijver het begonnen werk voort; ja, om zijne mannen moed in te boezemen, deed hij hun wijn bij volle kannen schenken, en zong onder den arbeid een zeker lied, waarvan de maat de bewegingen der beukers eenstemmig regelde. Gansch door het dak van den refter beschut en door den wijn aangejaagd zongen zij welhaast allen te samen en waren vroolijk als op eene kermis. Evenwel in den namiddag werd hunne vreugde eensklaps op eene bloedige wijze gestoord ... Een geweldige slag en een schrikkelijk gekraak liet zich hooren, en er viel een zwaar voorwerp, als een rotsbonk, door het dak en door het welfsel. Toen de verschrikte arbeiders door de stofwolk konden heenzien bevonden zij dat drie hunner makkers verpletterd dood lagen en vier of vijf met gebroken leden om hulp kermden. Terwijl men naderde, om de dooden en gekwetsten op te rapen, viel weder zulk voorwerp met ijselijk gebons op het dak, doch ditmaal weerstond het welfsel, en het voorwerp rolde neder op een keukendak, dat onder den slag instortte en een tiental wapenknechten verpletterde of verwondde. Er rees een algemeen noodgeroep in het klooster op, en al de ridders en wapenknechten, die zich daar of in de Loove bevonden, grepen naar hunne wapens en liepen dooreen, als waanden zij zich door eenen machtigen vijand verrast of bedreigd. Na eene wijl kwam de veldheer Gervaas Van Praet in het klooster, om te vernemen wat er geschiedde. Hij vond meester Arnold, met de armen overeen en als verbaasd nederziende op een groot brok metaal, dat ten gronde lag. Op des veldheer ondervraging, zeide Arnold: "Het zijn ware duivels daarboven, mher Van Praet. Daar hebben zij nu met mokers eene klok uit den toren aan twee stukken geslagen en deze als dondersteenen ons op het lijf geworpen! Zie het gat daar in het welfsel! Hoe zij zulke bonken metaal over de gaanderij kunnen porren, dit weet God![87]" "En wat gaat gij nu beginnen?" "Ha, veldheer, het voorzichtigste is ons werk voor heden te laten steken, en gedurende den nacht naar middelen uit te zien om het dak met balken te sluiten." "Het is om schaamrood van te worden!" mompelde de veldheer "Vijftig man die ons blijven tergen en ons zooveel spels leveren als een groot leger! De koning zal wel ontevreden zijn, meester Arnold, indien hij verneemt dat gij het beuken wilt staken." "Wat mij betreft, ik ben bereid om het werk voort te zetten, veldheer; maar de heer koning heeft mij bevo
PREV.   NEXT  
|<   391   392   393   394   395   396   397   398   399   400   401   402   403   404   405   406   407   408   409   410   411   412   413   414   415  
416   417   418   419   420   421   422   423   424   425   426   427   428   429   430   431   432   433   434   >>  



Top keywords:

veldheer

 

Arnold

 
meester
 

welfsel

 
voorwerp
 

klooster

 
metaal
 

wapenknechten

 
bevonden
 

koning


duivels

 
daarboven
 

geslagen

 
ondervraging
 
stukken
 

staken

 

mokers

 

hebben

 

geschiedde

 

vernemen


Gervaas
 

zetten

 
bereid
 
betreft
 

gronde

 
dondersteenen
 

overeen

 

verbaasd

 

nederziende

 
leveren

steken
 

gedurende

 
beginnen
 

voorzichtigste

 

zooveel

 
blijven
 

worden

 

mompelde

 

Vijftig

 

schaamrood


sluiten

 

tergen

 

middelen

 

balken

 

indien

 
bonken
 

verneemt

 

geworpen

 

gaanderij

 
kunnen