r eindelijk bezweken zij onder de
overmacht des vijands. Meer dan dertienduizend hunner lijken overdekten
het slagveld, en getuigden door hun verbazend getal, met welke
hardnekkigheid de arme Kerels hadden gevochten[98].
Deze bloedige nederlaag moet de Kerels gedurende vele jaren machteloos
gemaakt hebben, om nog wederstand te bieden aan de leenheeren, die immer
voortijverden om de volksrechten te vernietigen.
Maar andere verdedigers vond de vrijheid welhaast in de groote steden
van Vlaanderen, welke door de nijverheid hunner inwoners eenen hoogen
trap van voorspoed en rijkdom hadden bereikt.
Elkeen in ons land kent nu de geschiedenis van Jacob Van Artevelde, en
weet, hoe onder zijne leiding de Vlaamsche gemeenten gansch Europa
verwonderden door de ontwikkeling eener tot dan ongekende volksmacht.
Maar het lag in het lot der wereld, dat de volkeren van Europa nog diep
en langdurig zouden verdrukt blijven vooraleer de verlorene vrijheid der
vaderen gedeeltelijk te herwinnen.
Toen Philips Van Artevelde, Jacobs zoon, in 1382, op het slagveld van
Roozebeke, met meer dan twintigduizend Vlamingen sneuvelde, verduisterde
de zon der onafhankelijke gemeenten, en de eeuwenheugende worsteling was
ten einde, hoe dikwijls ook vruchtelooze pogingen nog kwamen bewijzen
dat Vlaanderen het juk met ongeduld en geheime woede droeg.
Een ander tijdvak was aangebroken en eene nieuwe staatsinrichting ging
zich over de beschaafde wereld spreiden. Het leenheerschap dat berustte
op de algemeen onderschikking, bij trappen opklimmende van den slaaf
tot den vorst, was door zijne eigene grondbeginsel ondermijnd geworden.
De koningen en vorsten, instede van de onmiddellijke overheid op het
volk tusschen de leenheeren verdeeld te laten, hadden alle macht en
allen invloed op hunnen persoon samengetrokken, en dus de giftige vrucht
van het leenheerschap, de _Centralisatie_, tot rijpheid gebracht.
In de tweede helft der veertiende eeuw verviel de kroon van Vlaanderen,
door een huwelijk, op de hertogen van Bourgondie.
Van dit oogenblik af werd er door trotsche en heerschzuchtige vorsten,
ons geheel vreemd van afkomst en zeden, een openlijke strijd gevoerd
tegen de rechten, de taal en den eigen aard van het Vlaamsche volk.
De mannen der gemeenten vergoten nog hun bloed in eervolle pogingen, om
zich uit de verdrukking los te woelen; doch het lot had beslist: de
vorstelijke macht zou voortaan geene andere wet erkennen dan de
willekeur, en de
|