FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62  
63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   86   87   >>   >|  
wel hoofdzakelijk omdat ons vaartuig eenige noodzakelijke herstellingen moest ondergaan. 'T was een oude, versleten kast!--Daar vertoonde zich eensklaps aan den gezichteinder donkere wolken, die al hooger en hooger kwamen. 'T werd bladstil en de groote zee leek meer op eenen gladden spiegel dan op een stormachtig bewogen waterplas.--De rooverkapitein zag het onweder nader komen en scheen er niet veel vrede mee te hebben, daar hij wel begreep, dat het oude schip niet veel weerstand zou kunnen bieden.--Achter aan 't vaartuig had men de boot al gereed liggen om, als de nood drong, hiermede te trachten althans het leven te redden.--Intusschen brak er een hevig onweder over ons hoofd los. De storm verdubbelde zijn geweld. 'T was klaar dat het schip het niet houden zou en daarenboven schenen we in de nabijheid van vele blinde klippen te zijn. De rooverkapitein gaf het teeken, de bemanning maakte de boot los, vulde ze met proviand, bond ons alle vijf aan scheepsboord vast en verliet het vaartuig. Marten lag dicht bij me en scheen te bidden. Nu, dat was dan ook wel noodig; want het gevaar waarin wij verkeerden was zeer groot. We zagen niets dan den dood voor oogen. Het brooze vaartuig werd naar alle zijden heen en weer geslingerd.--Maar dat zou juist ons geluk zijn. Men had Marten met de handen aan een touw gebonden, dat als een muur zoo vast, tusschen twee watervaten zat.--Er zouden reuzenkrachten noodig geweest zijn om zich los te rukken, maar de holle zee was sterker dan een reus.-- Eene golf, zoo groot als ik nog nooit gezien heb, sloeg over de verschansing; wij dachten dat ons laatste uur geslagen was, en...een der vaten was omgekanteld en het touw was los. Thans waren Martens handen spoedig vrij en al lag de knoop ook vast om zijn beenen, die kwam toch ook los. "Ik zal u helpen, mannen," sprak hij, en kroop op handen en voeten naar de kajuit. Weldra kwam hij met een mes terug, hij sneed onze banden los en, juist toen de storm op het felste was, waren we alle vijf vrij.--De andere drie matrozen waren bevaren gasten en inplaats van zich kleinmoedig te betoonen, sloegen ze de handen aan het werk. De hoop, van nog eenmaal het lieve Vaderland terug te zien, gaf dubbele kracht. Langzamerhand bedaarde de storm. Wel stond de zee nog hol; maar wij vertrouwden er op dat de Heer redding zou geven. "Wien God bewaart is wel bewaard, mannen," sprak de oudste matroos en wij allen zeiden hierop: "Amen!" Na meer dan twe
PREV.   NEXT  
|<   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62  
63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   86   87   >>   >|  



Top keywords:
vaartuig
 

handen

 

mannen

 
noodig
 

scheen

 
Marten
 

hooger

 

rooverkapitein

 

onweder

 

matroos


laatste

 
dachten
 

zeiden

 

geslagen

 

omgekanteld

 

zouden

 

reuzenkrachten

 

geweest

 

rukken

 
watervaten

tusschen

 

sterker

 
hierop
 

gezien

 

Martens

 

verschansing

 

oudste

 
sloegen
 

betoonen

 
kleinmoedig

bevaren

 

gasten

 

inplaats

 

redding

 
eenmaal
 

bedaarde

 

Langzamerhand

 
kracht
 

Vaderland

 

dubbele


matrozen

 
helpen
 

vertrouwden

 

bewaard

 

beenen

 

voeten

 

kajuit

 

gebonden

 

felste

 

andere